"De Friesche Koning Radboud weigert zig door Bisschop Wolfran te laaten doopen".
Gravure van Jacob Folkema (1692-1767) naar een tekening van Louis Fabritius du Bourg (1693-1775). (Afbeelding: Museum Kennemerland)
Sint-Wolfram lukte het net niet koning Radboud te dopen
De H. Wolfram is zo’n geval van een historisch personage dat bekender is dan op het eerste gezicht lijkt: hij was namelijk de bisschop die de Friese koning Radboud wilde dopen. De koning stond al met een voet in de doopvont, toen hij informeerde of zijn voorouders nog in de hel zaten en of zijn doopsel daar iets aan zou veranderen. Toen Wolfram het eerste bevestigde maar het tweede moest ontkennen, zag de koning van de doop af.
Samenwerking met Sint-Willibrord
Wat je noemt een iconische gebeurtenis, die dan ook talloze malen is afgebeeld. Overigens zie je de anekdote ook langskomen met Sint-Willibrord of Sint-Bonifatius in de hoofdrol, maar het was dus hun oudere tijdgenoot Sint-Wolfram, wiens feestdag op 20 maart valt. De associatie met Willibrord en Bonifatius klopt in zoverre, dat Wolfram een van die bijzondere mannen was die zich in de zevende en achtste eeuw zo onbaatzuchtig ingezet hebben om onze voorouders “te bevrijden uit de duisternis van het ongeloof”, zoals het in de prefatie van Sint-Willibrord zo mooi heet.
Aan het hof van Dagobert I
Alleen was Wolfram geen Angelsaks of Kelt maar een Frank, geboren omstreeks 647 nabij Fontainebleau. Zijn vader was ridder aan het hof van Dagobert I. Deze Frankische koning had Pepijn van Landen (Pepijn I) als hofmeier, de vader van de H. Itta en de H. Gertrudis, die met medewerking van Sint-Amandus de abdij van Nijvel stichtten. Sint-Eloy en Sint-Ouen waren adviseurs van de koning. Je voelt dat het vruchtbare klimaat van samenwerking tussen Kerk en staat van de latere Karolingen hier al wordt voorbereid. Wolfram groeide erin op. Je kunt het slechter treffen.
695: keerpunt in kerstening Nederland
Als geleerd man werd hij tot aartsbisschop van Sens uitgekozen. Waarschijnlijk omdat zijn hart naar de missie uitging, maar ook omdat er een mededinger was, koos Wolfram op gevorderde leeftijd omstreeks 695 voor een ander leven. 695 is een omslagjaar voor de kerstening van Nederland. Het is het jaar dat Sint-Willibrord zich in Rome tot aartsbisschop van de Friezen (waarmee alle toenmalige inwoners van onze streken werden bedoeld) liet wijden, maar ook van de Slag bij Dorestad. Met die overwinning wist hofmeier Pepijn II van Herstal, een kleinzoon van Pepijn I van Landen, het Utrechtse rivierengebied voor de Franken terug te veroveren. Utrecht kon nu weer uitvalsbasis worden voor de bekering van de Friezen, en dat trok ook Wolfram aan. Hij ging aan de slag, vrijwel zeker in overleg met Sint-Willibrord, al hebben we daar geen bevestiging van.
Kinderoffers bij de Friezen
Wolfram zocht de Friese koning stoutmoedig op aan diens hof in Medemblik. Radboud ontving de missionaris niet onvriendelijk. Hij mocht zelfs zijn zoon dopen. Maar Wolfram kon niet akkoord gaan met de mensen- en zelfs kinderoffers die ook bij de Friezen in zwang waren. De heilige zou persoonlijk de zee zijn ingegaan om twee kinderen te bevrijden die aan staken vastgebonden bij vloed hadden moeten verdrinken. Bij een andere gelegenheid werd een man als offergave opgehangen, Ovon. Als Wolfram hem kon redden, mocht hij hem hebben. Wolfram bad zo intens, dat het touw brak, zij het wel pas na enige uren. Maar Ovon leefde nog, en werd Wolframs dienaar, volgeling, monnik en ten slotte zelfs priester.
Monumentale 'Saint-Vulfran'
Na zijn Friese missie overleed Wolfram omstreeks 703 in zijn thuisbasis, de abdij van Fontenelle (mogelijk identiek aan de nog steeds bestaande abdij van Saint-Wandrille in Normandië). Zijn verering strekt zich uit tot in Engeland, dankzij het feit dat enkele eeuwen later Ingulph, de secretaris van Willem de Veroveraar, daar door zijn meester werd aangesteld als abt van de abdij van Croyland in Lincolnshire, en daar een reliek van Wolfram liet overkomen. Helaas is die abdij een van de vele sacrale gebouwen die wel de Vikingen, maar niet de ‘Reformatie’ overleefden. Gelukkig is de monumentale kapittelkerk, de Saint-Vulfran, in Noord-Frankrijk aan hem gewijd, die tot op vandaag hoog uittorent boven Abbéville. Die mag ons aan deze missionaris in onze streken blijven herinneren, want ondanks de gemiste doop van Radboud heeft hij dat wel verdiend.
Laatst bijgewerkt: 8 mei 2024 12:25