Hoe Sint-Michaël bij Robbie de duivel uitdreef
Het zal volgend jaar driekwart eeuw geleden zijn, dat het enige gedocumenteerde exorcisme in de Verenigde Staten plaatsvond. (1)
The Exorcist
Dit is belangrijk omdat een van de grootste leugens van de duivel is om de mensheid ervan te overtuigen dat hij niet bestaat. Dit verklaart misschien de verbijsterde reactie van het publiek op de gedramatiseerde versie van deze duiveluitdrijving in de film The Exorcist uit 1973. De scènes in die film waren zo gruwelijk dat veel bioscoopbezoekers moesten overgeven terwijl anderen flauwvielen en per ambulance moesten worden afgevoerd. Een man die het theater verliet, drukte zich het beste uit: "Ik geloof, ik geloof!" Dit was de getuigenis van iemand die weer in de duivel geloofde.
Uit de klauwen van de duivel
Terwijl de levendige scènes van de film de gruwel en weerzinwekkendheid van demonische bezetenheid lieten zien, werd het belangrijkste deel van het ware verhaal van deze bezeten jongen uit Maryland weggelaten. Hij werd uit de klauwen van de duivel bevrijd door de voorspraak van Onze Lieve Vrouw van Fatima en de kracht van de Heilige Michaël. De centrale figuur in het verhaal was een tiener die bekend stond onder de pseudoniemen ‘Robbie Mannheim’ of ‘Roland Doe’. Terwijl Robbie's ware identiteit en die van zijn familieleden een geheim blijft, werden de details van de buitengewone gebeurtenissen van dit exorcisme in 1949 nauwkeurig vastgelegd in het boek Possessed van Thomas Allen.
Van spiritisme naar bezetenheid
Robbie groeide op in Mount Rainier, Maryland. Als enig kind van Karl en Phyllis Mannheim (ook pseudoniemen) speelde hij vaak spelletjes met volwassenen. Eén zo iemand was zijn tante Harriet, een spiritiste, die in St. Louis, Missouri woonde en de Mannheims vaak bezocht. Tijdens een bezoek in januari 1949 leerde ze haar dertienjarige neef hoe hij een Ouija-bord moest gebruiken. Niet lang daarna merkten de Mannheims dat er vreemde dingen rond hun zoon gebeurden. Ze hoorden vreemde geluiden in zijn kamer zoals het onophoudelijke geluid van druppelend water en later een krassend geluid alsof klauwen over hout schraapten. Rond diezelfde tijd stierf tante Harriet en Robbie begon het Ouija-bord te gebruiken om contact met haar te maken. Hij gebruikte het bord urenlang, totdat het spel hem in bezit nam, zowel figuurlijk als letterlijk.
Woede-uitbarstingen en driftbuien
Al snel zagen zijn ouders alarmerende lichamelijke afwijkingen op het lichaam van hun zoon, zoals krassen, striemen en blauwe plekken, die zonder duidelijke reden verschenen. Nog verontrustender was de persoonlijkheidstransformatie. Hun normaal gesproken rustige, timide jongen werd plotseling agressief met regelmatige woede-uitbarstingen en gewelddadige driftbuien die op hen gericht waren. Hij begon Latijn te spreken, een taal die hij niet kende.
‘Middeleeuws relikwie’
Toen besloten de ouders dat ze hulp nodig hadden. Ze probeerden van alles, van een gewone dokter tot psychologen, psychiaters en zelfs een helderziende, voordat ze zich uiteindelijk wendden tot hun dominee, ds. Luther Miles Schulze. Terwijl de ouders al rekening hielden met de mogelijkheid van duivelse bezetenheid, was dominee Schulze sceptisch. Hij zag bezetenheid "als een middeleeuws relikwie, iets dat bij de katholieken was achtergebleven toen de door Luther geleide Reformatie de christelijke wereld verdeelde." (2)
Kolossale kracht
Ds. Schulze besloot zelf uit te zoeken wat er aan de hand was door Robbie uit te nodigen om een nacht bij hem thuis door te brengen. Die nacht zag hij met eigen ogen hoe Robbie's bed heen en weer bewoog en op en neer sprong. Toen hij de jongen vroeg om te proberen in een stoel te slapen, bewoog deze door de kamer en viel vervolgens op zijn kant, Robbie languit op de grond achterlatend. Toen Schulze de stoel niet rechtop kon houden, besefte hij dat hij in de aanwezigheid was van een kolossale kracht en veranderde van gedachten. Hij nam Robbie mee naar huis en zei tegen zijn ouders: "Je moet naar een katholieke priester. De katholieken weten van dit soort dingen af." (3)
Honderden hechtingen nodig
De Mannheims bezochten toen de katholieke kerk van Sint-Jacobus, niet ver van hun huis. Pastoor E. Albert Hughes werd uitgekozen om de ouders bij te staan, maar bleek totaal ongeschikt voor deze taak. Hij zag Robbie's potentieel voor geweld en gaf opdracht om hem in een ziekenhuis in bedwang te houden. Toen pastoor Hughes met de rituele gebeden begon, slaagde de jongen erin om zijn arm los te maken, onder het bed te reiken en een van de bedveren te verwijderen. Hij gebruikte die als wapen en sneed de onderarm van de priester open van pols tot elleboog. Er waren honderd hechtingen nodig om de wond te dichten.
‘Totaal onbevreesde’ pater
Kort daarna verhuisden de Mannheims naar St. Louis, Missouri om bij Karl's broer George en zijn vrouw Catherine te wonen. Er bleven angstaanjagende dingen gebeuren met Robbie. Hun dochter Elizabeth, die studeerde aan de Universiteit van St. Louis, benaderde haar professor, pater Raymond J. Bishop, om hem over haar neef te vertellen. Na een eerste evaluatie droeg de priester de zaak over aan pater William S. Bowdern, S.J., pastoor van de Saint Francis Xavier Catholic Church, die uiteindelijk door de toenmalige aartsbisschop van St. Louis, Joseph Ritter, werd aangewezen om een exorcisme uit te voeren. Pater Bowdern, door een mede-jezuïet omschreven als "totaal onbevreesd", werd bijgestaan door paters Walter Halloran en William Van Roo.
Rozenkrans gebeden
Vanaf het begin van de duiveluitdrijving plaatste pater Bowdern Onze Lieve Vrouw van Fatima in het middelpunt van de strijd. Bij zijn eerste bezoek aan het huis op 11 maart 1949 sprak hij met de Mannheims toen ze boven vreselijk geschreeuw hoorden uit Robbie's kamer. Toen ze binnenkwamen zat de jongen rechtop in zijn bed en was zichtbaar bang door wat hij voelde als een kwade aanwezigheid in de kamer. Pater Bowdern legde moedig zijn kralen om de nek van de doodsbange jongen en begon de rozenkrans te bidden. Nadat hij klaar was, hield Pater Bowdern een "spontane preek" waarin hij "Robbie vertelde over drie kinderen van zijn leeftijd die iets gezien hadden dat andere mensen niet gezien hadden." (4)
Weesgegroet
Pater Bowdern legde toen de verschijningen van Fatima uit en hoe die kinderen het bijzondere voorrecht hadden gekregen om de Moeder van God te zien, wier naam Maria is. Dit hielp de jongen, die niet katholiek was, om het Weesgegroet uit te leggen. De tiener was gefascineerd door het Fatima-verhaal en vader Bowdern herhaalde het de volgende achtendertig dagen verschillende keren. Dit bracht Robbie ertoe om meer te weten te komen over het katholieke geloof en leidde uiteindelijk tot zijn bekering en later die van zijn ouders.
Eerste zaterdag van de maand
Op 23 maart begon hij met het bestuderen van de catechismus en op 1 april werd hij gedoopt. De volgende dag ontving Robbie zijn Eerste Communie. Vader Bowdern stelde wijselijk voor dat ze, omdat het de eerste zaterdag van de maand was, de rozenkrans zouden bidden ter ere van Onze Lieve Vrouw van Fatima. Op 10 april, Palmzondag, werd Robbie naar het nabijgelegen Alexian Brothers Hospital gebracht en opgenomen in de psychiatrische afdeling. Dit gaf de exorcist meer privacy, maar ook middelen om met de jongen om te gaan.
Godslasteringen en vuile taal
Na zijn doop werden de duivels die Robbie bezaten gewelddadiger. Bij zijn aankomst bracht "Broeder [rector] Cornelius een beeld van Onze Lieve Vrouw van Fatima mee en plaatste het in de gang op de begane grond." (5) In de weken die volgden, verdroegen Vader Bowdern en zijn assistent-priester onuitsprekelijke beledigingen, godslasteringen, vuile taal en zelfs geweld van de duivels die de jongen bezaten. Op een gegeven moment brak pater Holloran zijn neus toen Robbie hem met een precieze klap met gesloten ogen sloeg.
Eén bepaald woord…
Tijdens het hele proces dacht pater Bowdern na over iets wat de duivel in het begin had gezegd. "Ik zal niet gaan," zei de keelstem, "totdat een bepaald woord is uitgesproken, en ik zal niet toestaan dat deze jongen het zegt." Tijdens de Goede Week had Vader Bowdern goede hoop dat Onze Lieve Heer Robbie zou bevrijden op de dag van zijn glorieuze opstanding. Op Stille Zaterdag liet broeder Cornelius een beeldje van de Heilige Michaël naar Robbies kamer brengen en in de hoek zetten.
Walgelijke stem
Paaszondag kwam en ging, maar de volgende ochtend gebeurde er iets heel bijzonders. Robbie werd woedend wakker en dezelfde walgelijke stem beschimpte de priesters. "Hij moet nog één woord zeggen, één klein woord, ik bedoel één GROOT woord. Hij zal het nooit zeggen. Ik ben altijd in hem. Ik heb misschien niet altijd veel macht, maar ik ben in hem. Hij zal dat woord nooit zeggen." (6)
Die nacht veranderde er iets
Als de boze geest zich in Robbie openbaarde, kreeg hij altijd een soort toeval. De stem van de jongen was bij deze gelegenheden te herkennen aan zijn cynische, harde en duivelse toon. De hele dag door hoorden Vader Bowdern en zijn assistenten deze stem. Die nacht veranderde er echter iets. Er kwam een heel andere stem uit Robbie. Om 22.45 uur werd Robbie heel kalm en ging hij zoals gewoonlijk in trance. De aanwezigen in de kamer waren echter verrast toen ze een heel andere stem uit de jongen hoorden komen.
‘Ga weg. NU!’
De stem riep geen angst en afkeer op, maar eerder vertrouwen en hoop. Op heldere en gebiedende toon zei een verheven persoon: "Satan! Satan! Ik ben Sint Michaël en ik beveel je, Satan en de andere boze geesten, om in de naam van Dominus het lichaam onmiddellijk te verlaten. Nu, NU, NU!" (7) Robbie kreeg toen de hevigste stuiptrekkingen van de hele uitdrijving. Uiteindelijk werd hij weer rustig en zei tegen de mensen rond zijn bed: "Hij is weg."
Vlammend en vuurrood zwaard
Robbie legde uit wat hij gezien had. Sint-Michaël verscheen als een heel mooie man met golvend haar dat wapperde in de wind terwijl hij midden in een schitterend wit licht stond. "In zijn rechterhand hield hij een vlammend en vuurrood zwaard voor zich. Met zijn linkerhand wees hij naar beneden, naar een put." (8) De jongen beschreef hoe hij hitte voelde opkomen, maar ook hoe hij de duivel lachend de heilige Michaël zag weerstaan.
‘Dominus’
Wat er vervolgens gebeurde, liet duidelijk zien dat de duivel niet opgewassen was tegen de abrupte verschijning van zijn engelachtige aartsvijand op dit geestelijke slagveld. De heilige Michaël draaide zich naar Robbie toe, glimlachte en sprak toen. Het enige woord dat Robbie echter hoorde terwijl hij in trance was, was het woord waarvan zijn kwelgeest gezworen had dat hij het hem niet zou laten zeggen: Dominus. Met dat ene woord was Robbie eindelijk vrij.
Heldhaftige priester
Na deze afschuwelijke gebeurtenissen ging Robbie een normaal leven leiden. Hij trouwde uiteindelijk en noemde zijn eerste zoon Michael naar de engel die hem in tijd van nood te hulp schoot. Pater William Bowdern bleef pastoor van Saint Francis Xavier tot 1956. Hoewel het misschien leek alsof ook zijn leven gewoon doorging, is het tegendeel waar. Familieleden zeggen dat deze heldhaftige priester tot aan zijn dood in 1983 op 86-jarige leeftijd geestelijk en lichamelijk leed onder wat hij tijdens het exorcisme moest doorstaan.
Fatima
Deze verbluffende overwinning van Sint-Michaël op de duivel in het geval van Robbie Mannheim is slechts de voortzetting van een oorlog die begon bij het begin van de schepping. Het feit dat deze bijzondere episode tussen deze Engel van het Licht en zijn eeuwige vijand zich concentreert op één woord, Dominus, is niet verrassend. Het is eigenlijk verbonden met de boodschap van Fatima. In een van haar verschijningen aan de drie kinderen zei Onze Lieve Vrouw dat als de mensheid zich niet bekeerde, Rusland haar dwalingen over de wereld zou verspreiden.
Egalitarisme als diepste dwaling
Een van die dwalingen, eigenlijk de belangrijkste, is het egalitarisme, een filosofie die elke superioriteit verwerpt. Naar iemand, eigenlijk naar iedereen, verwijzen als Dominus - Latijn voor Heer - is een regelrechte belediging voor de egalitaire geest. Dit verklaart de bijna kinderlijke vreugde die Sint-Michaël toonde toen hij naar Robbie glimlachte voordat hij dat "afschuwelijke" woord categorisch uitsprak. Zo bevestigde hij opnieuw Gods superioriteit, maar ook zijn macht over de vijand van de mens.
‘Ik geloof, ik geloof’
In de zeventig jaar sinds deze duiveluitdrijving is het geloof in Satan - ook al is het een Hollywoodiaanse versie - toegenomen. Helaas is het geloof in Sint-Michaël en de engelen die klaarstaan om de gelovigen te komen helpen, afgenomen. Daarom moeten we stilstaan bij het buitengewone verhaal van de voorspraak van deze engel in het leven van een weerloze jongen en de woorden herhalen van die man, die in 1973 het theater verliet: "Ik geloof, ik geloof!"
Dit artikel is eerder verschenen op tfp.org.
1. Hoewel er veel exorcismen zijn geweest, gaat deze verwijzing naar de enige die nauwgezet werd gedocumenteerd door de jezuïeten die hem uitvoerden.
2. Thomas B. Allen, Possessed: The True Story of An Exorcism, (iUniverse, 1994), p. 17.
3. Ibid., p. 24.
4. Ibid., p. 70.
5. Ibid., p. 201.
6. Chad Garrison, The True Story of the St. Louis House That Inspired The Exorcist
7. Chad Garrison, The True Story of the St. Louis House That Inspired The Exorcist
8. Possessed, p. 290.
Laatst bijgewerkt: 12 september 2024 11:28