Onze Lieve Vrouw schenkt de overwinning bij de Slag van Lepanto (7 oktober 1571)
De slag bij Lepanto: hoe de rozenkrans de overwinning behaalde op de islam
Op 7 oktober gedenken wij dat in 1571 de zeeslag bij Lepanto gewonnen werd door de verenigde katholieke vloten. We gedenken ook de rol die het bidden van het rozenkransgebed bij deze overwinning speelde. De feestdag wordt daarom ook genoemd Onze Lieve Vrouw van de Overwinning en Onze Lieve Vrouw van de Rozenkrans.
Christelijk Europa van alle kanten bedreigd
Toen de heilige paus Pius V in het begin van 1566 de troon van Sint-Petrus besteeg, werd het christendom geconfronteerd met een extreem gevaar. De Hugenoten voerden sinds 1562 een bijzonder gewelddadige oorlog in Frankrijk; de Spaanse Nederlanden explodeerden later dat jaar in een opstand. Engeland, dat van schisma tot ketterij was overgegaan, stond openlijk alle antikatholieke krachten bij. Maar het grootste gevaar kwam van de beklemmende tentakels van moslimagressie in heel Europa en vooral het Middellandse Zeegebied.
Samengebalde vuisten
De succesvolle verdediging van Malta deed de christenen begrijpelijkerwijs opleven, maar het was slechts een verdedigingsactie. De machtige Ottomaanse vloot, nog steeds intact, bleef christelijke landen overvallen. Het jaar na die strategische triomf veroverde Ali Pasja, die het bevel had gevoerd over de zeestrijdkrachten in Malta, het eiland Chios, de laatste Genuese positie in het oostelijke Middellandse Zeegebied en vermoordde door verraad de heersende familie Giustiniani. Daarna zwierven de Mohammedanen drie dagen lang over het eiland, slachtten alle inwoners af en vernielden alles wat katholiek was. Twee jongens van de familie Giustiniani, tien en twaalf jaar oud, werden gemarteld. De jongste jongen, bijna in stukken gehakt, werd gezegd één vinger op te steken als hij wilde afvallen van het geloof in Christus en leven. Hij klemde zijn vuisten zo stevig samen dat ze zelfs na zijn dood niet meer geopend konden worden.
Strijd op het land
Enkele maanden later leidde sultan Suleiman één van die enorme legers - altijd tot zijn beschikking - van 200.000 man en 300 kanonnen, door de vallei van de rivier de Donau in de richting van Wenen. Maar in plaats van zich te concentreren op zijn hoofddoel, liet hij zich afleiden door een kleine ergernis in het zuidwesten van Hongarije. Het kleine, ommuurde stadje Szigetvár en zijn Kroatische opperheer, graaf Zriny, die uit hetzelfde hout gesneden was als de beroemde Skanderbeg, bleven zich verzetten tegen de Turkse overheerser. Zoals de meeste tirannen accepteerde Suleiman niet wat hij als beledigend gedrag beschouwde en dus week hij af van zijn oorspronkelijke plan.
Geen voldoening
Nadat hij enkele weken had verloren met het transport van zijn logge uitrusting over moeilijk begaanbaar terrein, werd hij nog eens vijf weken vastgebonden door het heldhaftige verzet van de Hongaren. Zriny stierf in een laatste aanval met een zwaard in zijn hand en de lof van Jezus op zijn lippen. Suleiman kon echter geen voldoening putten uit zijn onverstandige inspanning, want hij was de nacht ervoor gestorven. De verovering van Wenen zou op een andere dag moeten wachten. Selim II, bekend als de Zotte vanwege zijn drinkgewoonten, nam de troon in Constantinopel over, nadat hij alle rivalen in zijn familie uit de weg had geruimd, en beraamde de volgende aanval op de christenheid.
Kruistocht in het geestelijk leven
Vanaf het moment van zijn verheffing tot het pausschap heeft de heilige Pius V, door zijn ervaring en buitengewone visie, niet alleen het ernstige gevaar voor het christendom onderkend, maar ook de oplossing gezien; de Ottomaanse macht kon alleen worden gebroken door middel van een kruistocht; en kruistochten worden niet alleen op het slagveld gewonnen, maar ook in het geestelijke leven, dat wil zeggen op het bovennatuurlijke niveau.
Paus van de rozenkrans
Zoals we zullen zien, beschouwden Spanje en Venetië de Turken als een bedreiging voor hun materiële welvaart - en dat waren ze ook - maar de heilige Paus zag hen ook als een bedreiging voor de Goddelijke ordening van de wereld en daarom gebruikte hij de wapens van de geestelijke oorlogsvoering. De heilige Pius V vroeg in toenemende mate om meer gebeden van vrome katholieken, vooral van de monniken en nonnen in hun kloosters. Als hij meer offers van anderen vroeg, was hij zeker van plan zijn deel van de last te dragen door zijn gebruikelijke oefeningen van vroomheid en versterving ook te verdubbelen. Een devotie waaraan hij bijzondere aandacht schonk was de rozenkrans, zozeer zelfs dat hij de "Paus van de rozenkrans" werd genoemd. Tevens zorgde de grote heilige voor de uniformiteit van het bidden van het Weesgegroet door middel van een pauselijk decreet dat in 1568 werd gepubliceerd.
Lees ook: In tijden van nood, bid de rozenkrans!
Spaanse opstand der Moriscos
Terwijl de heilige Pius V probeerde een doeltreffende alliantie tegen het toenemende gevaar te organiseren, illustreerde een andere moslimprovocatie de hachelijke situatie. Tijdens het Kerstseizoen van 1568 barstte in Spanje de opgekropte haat van de "bekeerde" Moren, bekend als Moriscos, in al zijn massale wreedheid los. Hun slachtoffers werden op barbaarse wijze gefolterd voordat zij met geweld werden afgevoerd, vooral de nederige dorpspriesters en hun misdienaars. Als zij Jezus of Zijne Heilige Moeder aanriepen voor kracht, werd hun tong eruit gesneden of hun mond met buskruit geladen en in brand gestoken. Deze afstammelingen van de indringers die het christelijke Spanje bijna hadden vernietigd tijdens een bezetting van acht eeuwen, drenkten het land opnieuw in bloed.
Lees ook: De laatste woorden van 10 heiligen voordat ze naar de hemel gingen
Nauwe islamitische banden
Ferdinand Braudel merkt in zijn veelgeprezen werk over de Middellandse Zee op dat er geen twijfel bestond over de banden tussen de Spaanse opstandelingen en de kapers van Algerije, die trouwe bondgenoten van de Turken waren. De Barbarijse zeerovers brachten manschappen, munitie en wapens naar de Zuid-Spaanse kust en namen christelijke slaven mee terug als betaling, en introduceerden zo een nieuwe streng in de strop die het katholieke Europa wurgde.
Don Juan
De eerste pogingen om de goed georganiseerde opstand in Spanje te bedwingen mislukten, totdat Don Juan van Oostenrijk het opperbevel kreeg. Als soldaat met buitengewone leiderschapscapaciteiten, waaronder inzicht en moed, voerde hij krachtig en aanhoudend een veldtocht die de vijandelijke bolwerken vernietigde en de overlevenden op de knieën dwong.
Een nieuwe dreiging en christelijke verdeeldheid
Intussen waren alle hoven van Europa ervan op de hoogte dat in Constantinopel uitgebreide voorbereidingen voor een grotere aanval zichtbaar gaande waren. Alleen een heilige die dagelijks leefde in Gods tegenwoordigheid en Zijn welwillende macht, kon de schijnbaar onoverkomelijke moeilijkheden inschatten om een anti-Turkse liga te vormen en vervolgens met zoveel energie en vasthoudendheid verder te gaan. Paus Pius V zond herhaaldelijk verzoeken naar de prinsen en graven van Europa om zich bij de kruistocht aan te sluiten; maar de ene na de andere onbetrouwbare of onverschillige vorst verontschuldigde zich. Het koninkrijk Spanje, dat door katholieke overwegingen kon worden gemotiveerd, en de Republiek Venetië, wier grondgebied het meest kwetsbaar was, weigerden niet; niettemin zonden zij ontwijkende antwoorden.
Vechten voor handelsbelang
Spanje, als enige land in Europa, was bereid zijn middelen in mankracht en materieel in te zetten, hoewel het moeite had verder te kijken dan zijn eigen belangen. Venetië daarentegen, dat in wezen onbetrouwbaar was in elke idealistische zaak, was alleen bereid te vechten wanneer zijn handelsbelangen werden bedreigd. Toch was Sint-Pius V uiteindelijk in staat de op dat moment grootste kracht van Europa en de bezitter van de grootste vloot in het Middellandse Zeegebied aan de onderhandelingstafel te krijgen.
Lees ook: 5 redenen waarom Maria noodzakelijk is voor onze geestelijke groei
Eindelijk een bondgenootschap
Daar aangekomen begonnen de gehaaide en soms doortrapte onderhandelaars, elkaar over en weer wantrouwend en uit op financieel voordeel, te onderhandelen over alle mogelijke kwesties. Gedurende de lange, kwellende maanden, veegde de krachtige persoonlijkheid van de Paus alle obstakels opzij om een beslissing af te dwingen. Hoewel hij ziek was en voortdurend pijn leed, sloot de ontembare Paus uiteindelijk pas in maart 1571 een overeenkomst met de twee kortzichtige regeringen.
Johannes (Juan)
Volgens het bondgenootschap was de keuze van de opperbevelhebber voorbehouden aan de Paus. Achter zijn weelderige kapel, versierd met gouden paramenten en zilveren vaatwerk, bevond zich een kale, armzalige kapel waarheen de Dominicaanse monnik, die de paus ook was, zich in de vroege ochtenduren begaf om ongezien te bidden. Liggend op de koude stenen voor een kruisbeeld en onder diep gekreun bad de heilige monnik tot God om leiding. Daarna ging de paus naar de rijk ingerichte kapel om het Heilig Misoffer op te dragen. Aangekomen bij het Evangelie van Johannes begon hij te lezen: Fuit homo missus a Deo, cui nomem erat Joannes! ("Er was een man van God wiens naam Johannes was!"). Toen hij zijn gezicht naar de Heilige Maagd draaide, stopte hij even en besefte dat de aanvoerder van de kruistocht Don Juan (Johannes, Jan) van Oostenrijk moest worden. De keuze van deze werkelijk grote kruisvaarder was van onschatbare waarde, want het gebrek aan bekwame leiding had in de voorafgaande decennia verscheidene schandalige mislukkingen veroorzaakt.
Aflaat voor kruisvaarders
Midden september vertrok de grootste christelijke vloot ooit vanuit Messina op Sicilië om de moslimvloot onder bevel van Ali Pasja, de zwager van de sultan, op te sporen en te vernietigen. De heilige Pius V verleende alle leden van de expeditie de aflaten van kruisvaarders. Niet één van de 81.000 soldaten en zeelieden had verzuimd vooraf te biechten en de Heilige Communie te ontvangen. Ondertussen liet Paus Pius V overal in de christelijke landen oproepen de rozenkrans te bidden voor de goede afloop van de strijd.
De aanloop naar de slag
De immense vloot voer oostwaarts over de Ionische Zee in een lange rij die zich bijna tien mijl uitstrekte. Tien dagen later arriveerde ze bij Korfoe voor de noordwestkust van Griekenland. De Turken hadden de plaats de maand tevoren verwoest en hun gebruikelijke visitekaartjes achtergelaten: uitgebrande kerken, kapotgeslagen kruisbeelden, en verminkte lichamen van priesters, vrouwen en kinderen. Hier kwam de vijandigheid tussen de Venetianen en de Spanjaarden, die onder de oppervlakte broedde, bijna tot uitbarsting toen de Venetiaanse commandant, de knorrige, door de strijd gehavende oude Sebastian Veniero, vier twistzieke Spanjaarden aan de ra (dwarsarm) van zijn mast ophing. Gelukkig konden de gemoederen worden gesust. Don Juan maakte zich zorgen dat de christenen elkaar zouden uitroeien nog voor de vijand in zicht was.
Ali Pasja in Lepanto
Toen kwam het bericht: "Ali Pasja is in Lepanto". Een lange dunne watermassa, bekend als de Golf van Korinthe, scheidt Midden-Griekenland van de Peloponnesus, het zuidelijke schiereiland. Op ongeveer een kwart van de afstand vanaf het westen lag in de inham Lepanto, het versterkte hoofdkwartier van de Turkse vloot. Vanuit Korfoe baande de vloot zich een weg langs de noordwestkust van Griekenland.
Ongelooflijk verraad
Op 5 oktober kwam het razendmakende nieuws dat de christenheid weer een wrede vernedering van de Ottomanen te verduren had gekregen. Cyprus, het juweel van Venetië's verafgelegen eilandbezittingen, was het jaar daarvoor aangevallen. De belegerde hoofdstad, Nicosia, was snel gevallen en de twintigduizend overlevenden waren afgeslacht. De versterkte stad Famagusta hield nog een jaar stand dankzij de moedige leiding van Marc Antonio Bragadino, de gouverneur. Toen er geen hoop op hulp meer was en de bevolking door honger en ziekte was uitgedund, stemde Bragadino in met wat eervolle voorwaarden leken te zijn en gaf hij zich over. In een daad van ongelooflijk verraad, hakte de Turkse generaal, drie dagen later, de Venetiaanse officieren dood. De volgende week werd Bragadino gruwelijk verminkt en daarna levend gevild.
De vloten treffen elkaar bij Lepanto
Bij zonsopgang op zondagmorgen 7 oktober vierden de aalmoezeniers op elk schip de H. Mis terwijl de voorhoede van de vloot langs de kust naar het zuiden voer, de hoek omsloeg bij de landtongen en de Golf van Korinthe binnenvoer. Sinds het ochtendgloren waren de Turken vanuit het oosten op weg gegaan, met het voordeel dat ze de wind in de rug hadden. Terwijl de schepen van de Liga van rij tot rij naast elkaar manoeuvreerden, passeerde Don Juan, met het kruisbeeld in de hand, elke galei aanmoedigend en werd, toen hij zich een weg baande door de linie, met een enorm applaus en enthousiasme begroet. Door tact en begrip te gebruiken, en krachtdadigheid wanneer nodig, had hij vele ongelijksoortige elementen tot een verenigde vloot gesmeed.
Vier eskaders
De jonge kruisvaarder verdeelde zijn troepen in vier eskaders. Aan de linkerkant plaatste hij de rustige, maar dappere Venetiaan Agostino Barbarigo. Don Juan leidde zelf het centrale eskader, goed ondersteund door Veniero en de pauselijke commandant, Marc Antonio Colonna. De voorzichtige Gian Andrea Doria bepaalde het lot van de rechtervleugel. Alleen de christenen stelden hun troepen zodanig op dat er een reserve-eskader ontstond, en zij hadden het geluk dat dit onder het bevel stond van de markies van Santa Cruz, de meest gerespecteerde admiraal van de Heilige Liga.
Superieure vuurkracht
Hoewel de christelijke galeien in de minderheid waren, 274 tegen 208, hadden zij een superieure vuurkracht in kanonnen en donderbussen, terwijl de Turken vooral op pijl en boog vertrouwden. Tegen negen uur waren de twee linies vijftien mijl van elkaar verwijderd en naderden elkaar snel. Net voor het contact werd gemaakt, draaide de wind, die de Turken gunstig gezind was geweest, van het oosten naar de tegenovergestelde richting. De christenen sloegen de eerste slag toen hun enorme, maar logge galeien vele kanonschoten afvuurden met een verwoestend effect. Maar door hun gebrek aan manoeuvreerbaarheid waren de drijvende batterijen snel buiten gevecht.
In de hitte van de strijd
Barbarigo’s Ottomaanse tegenstander, Mohammed Sirocco, maakte een snelle spurt tussen de linkervleugel van de Venetiaanse commandant en de oeverlijn, in de hoop om te draaien en Don Juan's eskader van achteren in de val te lokken. Barbarigo glipte er snel overheen en onderschepte de Turken, maar verscheidene galeien waren hem ontglipt en vielen hem van achteren aan. Toen zijn eskader hem te hulp schoot, hief Barbarigo, die midden in een hevige strijd stond, het vizier van zijn helm op om hun aanval te coördineren. Een pijl doorboorde zijn oog; dodelijk gewond werd hij naar beneden gedragen. Maar zijn snelle, zelfopofferende actie had Sirocco's flankbeweging verhinderd. De christelijke linkerflank zette vervolgens de moslimvleugel van zesenvijftig galeien vast tegen de kust en vernietigde deze systematisch.
Opperbevelhebbers op ramkoers
Het centrum van beide linies viel elkaar hevig aan zonder aan wegvluchten of slimme trucs te denken. De moslims schreeuwden, gilden en sloegen op alles wat geluid kon maken. De christenen bewaarden een onheilspellende stilte, wapens in de ene hand, rozenkransen in de andere. Gewoonlijk houden de vlaggenschepen zich afzijdig van het heetst van de strijd, maar deze keer niet; beide opperbevelhebbers voeren in ramkoers op elkaar toe. Ali Pasha’s schip Sultana kreeg het eerste voordeel door de Reale van Don Juan tot aan de vierde roeierbank te rammen. Don Juan haakte de twee schepen aan elkaar en enterde. Onmiddellijk sloten een dozijn Turkse schepen zich aan achter Ali Pasja, die hem voorzagen van duizenden Janitsaren (keursoldaten). Veniero en Colonna omringden de Reale aan weerszijden. Versterkingen kwamen van andere galeien. Zo'n twee dozijn schepen raakten met elkaar vergroeid en vormden zo een drijvend slagveld. De strijd raasde heen en weer over de met bloed doordrenkte, met lichamen bezaaide dekken.
Heldhaftige daden van moed
Velen in de christelijke vloot voerden grootse daden van heldhaftige moed uit. De woeste oude Veniero stond aan zijn voorsteven in het volle zicht en vuurde schot na schot af, terwijl zijn jonge knecht herlaadde. Een Siciliaanse sergeant sprong uit zijn ziekbed, ging aan dek en doodde vier Turken voordat hij stierf aan negen pijlwonden. De hertog van Parma, metgezel van Don Juan en toekomstig militair genie, sprong aan boord van een islamitisch galei en velde de eerste twaalf mannen die hij tegenkwam. Tenslotte leidde Don Juan, met een enorm slagzwaard in de ene hand en een bijl in de andere, een aanval over de Sultana die eindigde in de dood van hun admiraal Ali Pasha. Vanaf dat moment namen de geestdrift en de strijdvaardigheid van de Turken af.
Laatste hoop
Er bleef nog een laatste hoop voor de Ottomanen over. Aluch Ali, de slimme Barbarijse zeerover, was Doria te slim af door hem te ver naar de christelijke rechterflank te slepen. Hij keerde terug en glipte door het geopende gat. Cardona, met een handvol galeien, probeerde hem tegen te houden maar werd weggevaagd. Santa Cruz, die waardevolle steun verleende aan het centrale eskader, brak weg om Aluch Ali te onderscheppen. Deze zag zijn kans op een ongehinderde aanval op de christelijke achterhoede verdwijnen en vluchtte met slechts een paar van zijn schepen naar open zee. Het grootste deel van zijn eskader werd vernietigd toen Doria omkeerde en Santa Cruz hielp om de verzwakte Ottomaanse vloot uit te schakelen.
De christelijke vloot zegeviert
De vloot van de Heilige Liga had een overweldigende overwinning behaald in de grootste zeeslag die tot dan toe was gestreden. Het Ottomaanse Rijk verloor ongeveer 240 galeien en telde 30.000 gesneuvelden. De Liga verloor slechts 12 galeien en 7.600 mannen kwamen om. Op het moment dat de slag werd gewonnen, was de heilige Pius V met de pauselijke thesauriër (boekhouder) de financiële balans aan het bestuderen. Hij stond op, ging naar het raam en keek naar het oosten. Toen hij zich omdraaide straalde zijn gezicht van bovennatuurlijke vreugde, en hij riep uit: "De christelijke vloot heeft gezegevierd!"
Hulp der Christenen
Nadat menselijke boodschappers het nieuws twee weken later hadden geverifieerd, voegde de heilige Pius V het feest van de heilige rozenkrans toe aan de kerkelijke kalender en de aanroeping Auxilium Christianorum (Hulp der Christenen) aan de litanie van Onze Lieve Vrouw, omdat de overwinning te danken was aan haar voorspraak. Terwijl de soldaten en zeelieden hadden gestreden met al hun aardse kracht, bracht het bidden van de rozenkrans door de verzamelde christenheid de Hemelse hulp voor de overwinning.
Dit artikel van Jeremias Wells verscheen eerder in het Engels op americaneedsfatima.org
Laatst bijgewerkt: 22 november 2023 20:38