Paus Franciscus. Bron afbeelding: Rawpixel
Homoseksuele paren zegenen is in strijd met Openbaring en Traditie
Fiducia supplicans staat "de mogelijkheid toe van zegeningen voor paren in onregelmatige situaties en voor paren van hetzelfde geslacht, waarvan de vorm door Kerkelijke autoriteiten niet ritueel mag worden vastgelegd om verwarring met de zegen die hoort bij het Sacrament van het Huwelijk te voorkomen" (nr. 31). Als een zogenaamde indicatie van dit verschil, legt de tekst uit: "Deze zegen mag nooit worden gegeven overeenkomstig plechtigheden van een burgerlijke verbintenis, en zelfs niet in samenhang daarmee. Ze kan ook niet worden uitgevoerd met kleding, gebaren of woorden die bij een huwelijk horen" (nr. 39). Het moet spontaan worden aangevraagd "op pelgrimstochten, bij heiligdommen, of zelfs op straat wanneer ze een priester tegenkomen" (nr. 28).
"Onregelmatige verbintenissen" en "Onregelmatige paren"
Eerst Amoris laetitia en nu Fiducia supplicans gebruiken het bijvoeglijk naamwoord "onregelmatig" om de verbintenis aan te duiden van twee individuen die samenleven in een staat van voortdurende, ernstige en publieke zonde: echtbrekers; mensen die samenwonen, die levenspartners zijn; concubines; gescheiden en burgerlijk "hertrouwde" personen; homoseksuelen; enzovoort. In het traditionele leergezag en het recht van de Kerk werden zij gedefinieerd als "publieke zondaars". In de nieuwe pastorale benadering wordt zo'n kwalificatie echter beschouwd als een genadeloze morele veroordeling die hen nog verder dreigt te vervreemden. Door hun relatie eufemistisch te definiëren als slechts "onregelmatig", wordt een morele veroordeling vooraf vermeden terwijl er termen worden gebruikt die geschikt zijn om medelijden op te wekken: Ze zijn slechts gewonde, misschien onschuldige slachtoffers... Het gebruik van talismanwoorden (zoals "onregelmatig" en "gewond") maakt gebruik van een begrijpelijk gevoel van medeleven met hen die aan de rand van de samenleving en de Kerk leven. Om het psychologische lijden van het "onregelmatige koppel" niet te verergeren, wordt elk moreel oordeel ontmoedigd, omdat het als beledigend en schadelijk wordt beschouwd. Integendeel, de barmhartige houding van "insluiting" en "begeleiding" wordt aanbevolen als de enige die in staat is om effectieve pastorale zorg te verlenen. In de tweede fase wekt het medelijden een geleidelijke identificatie met en sympathie voor het "onregelmatige paar" op, waardoor men zijn morele verantwoordelijkheid vergeet. De aanvankelijke opschorting van het morele oordeel wordt dan omgekeerd.
Goedpraten
Nu wordt de situatie verontschuldigd of zelfs gerechtvaardigd alsof ze onoverkomelijk is, terwijl degenen die volharden in het afkeuren van hun zondige verbintenis beschuldigd worden van een gebrek aan barmhartigheid. Een paradigmatisch voorbeeld van deze omkering waren de woorden van kardinaal Christoph Schönborn tijdens de officiële presentatie van Amoris laetitia aan de pers, in het Vaticaan, in april 2016. Volgens hem kwam het onderscheid dat altijd werd gemaakt tussen moreel geoorloofde en ongeoorloofde verbintenissen voort uit een "kunstmatige" focus: "Er is vaak een neiging, misschien onbewust, om deze realiteiten van het leven te bespreken op basis van twee afzonderlijke sporen. Aan de ene kant zijn er huwelijken en gezinnen die 'regelmatig' zijn, die aan de regels voldoen, waar alles 'prima' en 'in orde' is, en dan zijn er de 'onregelmatige' situaties die een probleem vormen." En hij besluit: "Mijn grote vreugde als gevolg van dit document [Amoris laetitia] berust in het feit dat het op coherente wijze die kunstmatige, oppervlakkige, duidelijke scheiding tussen 'regelmatig' en 'onregelmatig' ondervangt." Op zijn beurt stelde kardinaal Jean-Claude Hollerich, aartsbisschop van Luxemburg, in een toespraak tot het secretariaat van de synode, een revolutionaire "overgang van een pastoraal over gezinnen naar een pastoraal van de liefde" voor, een die "mensen begeleidt in hun liefdesproject". Het maakt niet uit of het "liefdesproject" deugdzaam of zondig is, of het naar de hemel of de hel leidt...
Lees ook: Studie voor de boeg? Dit gebed van Sint-Thomas van Aquino helpt
Geen bevoegdheid
Het blijkt dat in maart 2021 de Congregatie voor de Geloofsleer, toen geleid door de Spaanse kardinaal Luis Ladaria, dergelijke zegeningen categorisch had veroordeeld in antwoord op dit dubium van een bisschop: "Heeft de Kerk de bevoegdheid om de zegen te geven aan verbintenissen van personen van hetzelfde geslacht?" Het Responsum [antwoord] luidde nadrukkelijk: "Nee." "Wanneer een zegen wordt ingeroepen over bepaalde menselijke relaties, is het, naast de juiste intentie van degenen die eraandeelnemen, noodzakelijk dat wat gezegend wordt objectief en positief geordend is om genade te ontvangen en uit te drukken, volgens de ontwerpen van God die in de schepping staan gegrift en volledig geopenbaard zijn door Christus de Heer." "Om deze reden," concludeerde het Responsum, "is het niet geoorloofd om een zegen te geven aan relaties, of partnerschappen, zelfs stabiel, die seksuele activiteit buiten het huwelijk inhouden (d.w.z. buiten de onverbrekelijke verbintenis van een man en een vrouw die op zichzelf openstaat voor de overdracht van leven), zoals het geval is bij de verbintenissen tussen personen van hetzelfde geslacht." Het is vermeldenswaard dat het officiële persbericht deze laatste paragraaf bevat: "Tijdens de Audiëntie verleend aan de ondergetekende Secretaris van deze Congregatie, werd paus Franciscus geïnformeerd en gaf hij zijn instemming met de publicatie van de bovengenoemde Responsum ad dubium, met de bijgevoegde Toelichting." Hoe is het mogelijk dat de prefect van datzelfde dicasterie slechts tweeënhalf jaar later precies het tegenovergestelde zegt, met de handtekening van paus Franciscus?
Vier drogredenen om het zegenen van een zondige relatie te 'rechtvaardigen'
Terwijl hij expliciet erkent dat de traditionele leer alleen zegeningen toestaat van "dingen, plaatsen of omstandigheden die niet in strijd zijn met de wet of de geest van het Evangelie" (nr. 10, verwijzend naar het Rituale Romanum), gebruikt kardinaal Fernández in Fiducia supplicans vier misleidende uitvluchten om het vorige Responsum te omzeilen. Ten eerste beweert hij dat paus Franciscus het theologisch pastorale concept van zegen heeft verbreed door een nieuwe categorie te creëren die "pastorale zegen" heet en die, net als "liturgische zegen", geen "voorafgaande morele volmaaktheid" zou vereisen van de persoon die erom vraagt. De misvatting ligt in het impliceren dat traditionele "liturgische zegeningen" zo'n volmaaktheid zouden vereisen terwijl, in werkelijkheid, de Kerk dit nooit heeft vereist noch zelfs maar de staat van genade. Bijvoorbeeld, aan het einde van de Mis zegent de priester alle aanwezigen, waarvan sommigen in doodzonde kunnen verkeren. Bovendien vallen zegeningen in de theologische categorie van sacramentaliën. Alle verhandelingen over moraaltheologie leren dat sacramentaliën, zoals as of wijwater, zelfs aan nietkatholieken gegeven kunnen worden als zij er met een goede instelling om vragen. Ten tweede beweert Fiducia supplicans dat het zegenen van samenwonende, overspelige en homoseksuele paren geen zegen zou zijn voor zondige verbintenissen omdat "het niet de bedoeling is om iets te legitimeren" (nr. 40). De denkfout ligt erin dat men een onderscheid probeert te maken tussen het paar en de verbintenis, terwijl wat hen tot een pseudo-koppel maakt datgene is wat hen verenigt – in dit geval de levensgemeenschap. Dit is nog duidelijker in de derde denkfout, waar hun "relatie" expliciet wordt genoemd.
Onder het tapijt
Ten derde insinueert het document dat het samenwonende, overspelige of homoseksuele paar alleen vraagt om de "positieve" aspecten van hun verbintenis te zegenen. Het verwijst naar individuen die "geen aanspraak maken op een legitimatie van hun eigen status, maar die smeken om alles wat waar, goed en menselijk geldig is in hun leven en hun relaties te verrijken, te genezen en te verheffen door de aanwezigheid van de Heilige Geest" (nr. 31). Hier ligt de denkfout in het doen alsof, in een relatie die beweert een soort huwelijk te zijn, de verschillende aspecten van de levensgemeenschap kunnen worden gescheiden in waterdichte compartimenten, sommige positief en andere negatief. In werkelijkheid dragen zelfs wat sommigen als positieve aspecten beschouwen (bijv. genegenheid, trouw en wederzijdse steun) bij aan het in stand houden van de zondige relatie, het belemmeren van bekering en de ontbinding van de zondige verbintenis. Hoe "positiever" zulke aspecten lijken te zijn, des te meer vormen ze bijna gelegenheden tot zonde, zo niet de basis voor de structuur van de zonde die de twee individuen verstrikt. De vierde denkfout is de poging om het pastorale handelen van de Kerk te scheiden van haar leer, alsof ze aan twee onafhankelijke en tegenstrijdige logica's gehoorzamen: "De Kerk moet er bovendien voor terugschrikken om haar pastorale praxis te baseren op het rigide karakter van bepaalde doctrinaire of disciplinaire schema's" (nr. 25). "Gods barmhartige omhelzing en het moederschap van de Kerk" (nr. 19) moeten er rekening mee houden dat "wij belangrijker zijn voor God dan alle zonden die we kunnen begaan" (nr. 27). Deze veronachtzaming van het kwaad van de zonde en haar gevolgen – die het eeuwige vuur van de hel kunnen zijn – roept de vraag op: Waarom stierf Jezus aan het kruis om ons te verlossen? Waarom zei Hij tegen de overspelige vrouw: "Ga heen en zondig niet meer" (Johannes 8, 11)?
Breuk met Traditie
De laatste uitvlucht is om te doen alsof priesters van wie dergelijke "pastorale zegeningen" worden gevraagd, in de concrete toepassingen de beperkingen zouden respecteren die worden opgelegd. Het meest flagrante geval van gebrek aan respect deed zich voor in het bisdom Maldonado in Uruguay, waar twee bekende televisiepersoonlijkheden de zegen ontvingen van de vicaris-generaal van het bisdom tijdens een feest met vierhonderd gasten na het vieren van hun burgerlijk "huwelijk". De toepassing van dit Vaticaanse document was des te schandaliger omdat de details werden overeengekomen tussen de ontvangers van de zegen en de plaatselijke bisschop nadat deze laatste toestemming had gekregen van de apostolische nuntius. Om al deze redenen betekent Fiducia supplicans een breuk met de traditionele leer van de Kerk over het zesde gebod, de intrinsiek zondige aard van elk gebruik van de seksuele vermogens buiten het huwelijk en het schandaal dat samenwonende, overspelige en homoseksuele relaties en verbintenissen betekenen voor de gelovigen en de samenleving.
Dit artikel verscheen eerder in de brochure De dijkbreuk. Bestel dit boek HIER gratis en ontdek hoe de lhbt-lobby de katholieke Kerk infiltreert om haar getuigenis te ondermijnen.
Laatst bijgewerkt: 5 september 2024 10:05