
Sint-Rosa van Viterbo hield op 7-jarige leeftijd al preken op straat.
De zevenjarige Rosa predikte op straat om de keizer tot de orde te roepen
De heilige Rosa van Viterbo werd in 1235 geboren in Viterbo, in het gebied van de Pauselijke Staten. Zij was al jong begiftigd met een diepe spiritualiteit. De Kerk viert op 4 september haar feestdag.
Met drie jaar bracht ze haar tante weer tot leven
Rosa was door God gezegend met de gave om wonderen te verrichten en op driejarige leeftijd bracht ze haar tante moederszijde weer tot leven. Haar grote liefde voor de armen dwong haar om hen op alle mogelijke manieren te helpen. Vanaf haar vroegste jeugd wijdde ze zich aan gebed en boetedoening voor de bekering van zondaars en op zevenjarige leeftijd trok ze zich terug in een kleine cel in het huis van haar ouders. Rosa's gezondheid bezweek onder de zware boetedoeningen die ze zichzelf oplegde en het jaar daarop werd ze ernstig ziek. Tijdens haar ziekte verscheen Onze Lieve Vrouw aan haar in een droom en genas haar. Ze kreeg van de Moeder Gods de opdracht om het habijt van Sint-Franciscus te dragen als tertiaire, maar thuis te blijven en een voorbeeld te zijn voor haar buren.
Met zeven jaar predikte zij in de straten
Op dat moment werd de stad Viterbo bezet door de tweemaal geëxcommuniceerde keizer Frederik II. Frederik was in oorlog met het pausdom en had gezworen alle Pauselijke Staten te veroveren. Geïnspireerd door de Goddelijke Voorzienigheid kwam Rose uit haar afzondering tevoorschijn en predikte ze in de straten en op de pleinen van haar stad. Met een kruisbeeld in haar hand beschreef de jonge missionaris aan de groeiende menigte het lijden van Onze Lieve Heer tijdens Zijn Passie, waarmee ze hen de gruwelijkheid van de zonde liet zien.
De steen waarop zij stond te spreken begon te zweven
Met diepe bezorgdheid spoorde Rosa haar stadsgenoten aan om berouw te tonen voor hun zonden en zich te bekeren. Ze spoorde hen aan trouw te blijven aan het gezag van de paus en vermaande tegelijkertijd degenen die zich aan de keizer onderwierpen. Al snel begonnen zich menigten te verzamelen in de buurt van haar huis, in de hoop een glimp van haar op te vangen. Toen haar vader, geschrokken door alle aandacht die zijn dochter trok, haar onder dreiging van lichamelijke straffen verbood het huis te verlaten om te prediken, kwam de plaatselijke pastoor tussenbeide en overtuigde hem zijn verbod in te trekken. Twee jaar lang predikte franciscaner meisje bekering aan haar medeburgers. Haar vurige woorden gingen vaak gepaard met wonderbaarlijke gebeurtenissen die de menigte versteld deden staan. Zo zag men bijvoorbeeld de steen waarop zij stond om te spreken, van de grond oprijzen en haar tijdens haar prediking in de lucht houden.
Zij voorspelde de dood van de keizer
Terwijl de bevolking door haar woorden en voorbeeld tot bekering en boetedoening werd bewogen, waren de aanhangers van de keizer woedend op de jonge predikante en eisten ze haar dood. De burgerlijke autoriteiten waren weliswaar gealarmeerd door haar publieke vermaningen, maar gingen niet zo ver om een kind ter dood te veroordelen. Rosa en haar ouders werden verbannen uit Viterbo. In januari 1250 zochten zij eerst hun toevlucht in Soriano, waar Rosa op 5 december van datzelfde jaar de naderende dood van de keizer voorspelde. Haar voorspelling kwam uit op 13 december. Daarop herwon paus Innocentius IV de controle over de Pauselijke Staten door een bepaling in het testament van de keizer, waarin stond dat alle landen die hij van de Kerk had afgenomen, moesten worden teruggegeven.
Rosa stond ongedeerd te midden van de vlammen
Kort daarna gingen Rosa en haar ouders naar Vitorchiano. Een tovenares had daar grote invloed op de inwoners van dit bergstadje en de jonge apostel begon opnieuw met haar publieke prediking. Haar aansporingen raakten de mensen, maar hadden geen effect op de tovenares zelf. Onverschrokken liet Rose een enorme houten brandstapel bouwen op het plein en klom naar de top, waar ze deze in brand stak. Drie uur lang stond ze ongedeerd te midden van de verslindende vlammen en zong ze lofliederen voor God. Oprecht geraakt door het wonder viel de berouwvolle tovenares op haar knieën.
Lees ook: Is de beschermengel dommer dan de duivel?
Laatste jaren en voortdurende wonderen
Met het herstel van het pauselijk gezag in Viterbo in 1251 keerden Rosa en haar ouders terug naar hun geboortestad. Ze vroeg om toelating tot de Orde der Clarissen in het klooster van Santa Maria delle Rose, maar werd geweigerd omdat ze geen bruidsschat had. Ze legde zich nederig neer bij deze beslissing en voorspelde dat ze na haar dood tot het klooster zou worden toegelaten. Ze was nog maar vijftien jaar oud toen haar pogingen om met de hulp van haar pastoor een religieuze gemeenschap in de buurt van het klooster op te richten, eveneens op een teleurstelling uitliepen. Daarom trok ze zich opnieuw terug in een cel in haar ouderlijk huis, waar ze twee jaar later, op 6 maart 1252, stierf. Ze werd eerst begraven in de kerk van Santa Maria in Podio en later in de kerk van het klooster waar ze ooit om toelating had gevraagd.
Haar lichaam is niet vergaan
Rosa's laatste profetie ging in vervulling op 4 september 1258, maar de vele wonderen die aan haar voorspraak worden toegeschreven, duren tot op de dag van vandaag voort. Een van de vele gunsten die de almachtige God aan de heilige Rosa van Viterbo heeft verleend, is de voortdurende ongeschonden bewaring van haar lichaam. Nog in 2010 bleek uit wetenschappelijk onderzoek aan haar ongeschonden lichaam dat zij was overleden aan een zeldzame hartaandoening, het syndroom van Cantrell, en niet aan tuberculose, zoals eerder werd gedacht.
Dit artikel verscheen eerder op americaneedsfatima.org.
Laatst bijgewerkt: 4 september 2025 06:55