De marteldood van Sint-Laurentius: “Draai me om. Deze kant is gaar.”

Sint-Laurentius wordt martelaar.

De marteldood van Sint-Laurentius: “Draai me om. Deze kant is gaar.”

THEMA'S:

Sint-Laurentius behoort tot de indrukwekkendste heiligen van de vroege Kerk. De diaken, die leefde in de derde eeuw, onderging gruwelijke martelingen in een volmaakte geest van geloof. 10 augustus is zijn feestdag.

Laurentius' leven in nevel gehuld

Veel van Sint-Laurentius’ leven is in nevel gehuld. Het kan ook niet anders, hij leefde in een tijd waarin het bezitten van christelijke geschriften al tot de doodstraf kon leiden. Pas na de triomf van de Kerk in de vierde eeuw werd zijn verhaal opgeschreven, bijvoorbeeld door de Milaanse bisschop Ambrosius en de dichter Prudentius.

De paus was onder de indruk van Laurentius

De overlevering leert dat Laurentius’ wieg in Spanje stond. Daar ontmoette hij paus Sixtus, die zo onder de indruk was van zijn wellevendheid dat hij de jongeman meebracht naar Rome. Daar diende Laurentius de Heilige Vader als aartsdiaken: zeg maar zijn rechterhand.

Lees ook: In herinnering aan paus Benedictus XVI, 1927-2022

'De armen zijn de schatten van de Kerk'

Op een gegeven moment kwam de diaken in het vizier van de Romeinse autoriteiten. De prefect sommeerde de heilige Laurentius om de schatten van de Kerk tevoorschijn te halen. Daarop reisde de diaken haastig door de stad en de verzamelde de armen. Op de derde dag bracht hij ze naar de prefect en zei: "Dit zijn de schatten van de kerk." De teleurgestelde prefect veroordeelde Laurentius woedend ter dood.

Beetje bij beetje werd zijn vlees verbrand

De heilige werd van zijn kleren ontdaan en op een ijzeren gordel vastgebonden boven een langzaam vuur dat zijn vlees beetje bij beetje verbrandde. Opstandig ondanks zijn intense lijden beval de heilige diaken brutaal aan zijn beulen: "Draai me om. Deze kant is gaar." De heilige vermetelheid van deze diaken-martelaar inspireert nobele zielen tot op de dag van vandaag.

Bestel Fatima-rozenkrans

Hymne

Aan het einde van de vierde eeuw componeerde een onbekende een hymne op het martelaarschap van Sint-Laurentius:

O goed als een apostel was
diaken Sint Laurentius,
en heiligde Romeinse trouw
met net zo’n martelarenkroon.

Hij volgde hier paus Sixtus na
aanhoorde diens profetenwoord:
‘Wees maar niet zo bedroefd, mijn zoon,
want overmorgen volg je mij.’

Toekomstig erfgenaam in bloed
zag hij - niet bang voor straf - toen reeds
versluierd in mysterie nog
wat hem straks zelf te wachten stond.

Verwierf reeds in díe martelaar
ook zelf de martelarenpalm;
en heeft hem waardig nagevolgd
bezegeld met zijn woord en bloed.

De derde dag beveelt men hem
de schat der kerk te laten zien;
en hij stemt toe, en weigert niet.
besluit zijn zege met een list.

Want dan dat schouwspel, wonderschoon!
Een stoet van armen voert hij aan
en met een armgebaar zegt hij:
‘Dit zijn de schatten van de kerk!’

Omarmen blijft het vrome volk
de armen als haar grootste schat.
Maar de bedrogen droeve vrek
bereidt hem een wraakzuchtig vuur.

De vuurbeul vlucht pijnlijk geschroeid,
wendt zich van eigen vlammen af.
‘Keer om mij!’ roept de martelaar,
‘en vreet,’ zegt hij, ‘want het is gaar’

Laatst bijgewerkt: 8 augustus 2023 11:43

Doneer