Onze Lieve Vrouw van Fatima.
Dit gebeurde er tijdens de eerste verschijning van Onze Lieve Vrouw in Fatima
Op 13 mei 1917 verscheen Onze Lieve Vrouw voor het eerst aan de drie herdertjes in Fatima. Wat zei zij? Wat gebeurde er? De volgende tekst komt uit onze vertaling en uitgave van het boek Fatima: Geschiedenis of toekomst? Dit gerenommeerde boek gaat over de verschijningen van Onze Lieve Vrouw in Fatima aan drie herderskinderen, in 1917. Het geeft een uitgebreide beschrijving van al de verschijningen en latere gebeurtenissen, aan de hand van de persoonlijke herinneringen van de Heilige Lucia, Jacinta en Francisco, andere aanwezige getuigen, en relevante documentatie. Het boek is een oproep aan iedereen, van hoop, geloof, en de noodzaak van bekering.
De eerste verschijning: 13 mei 1917
De drie zieners speelden in Cova da Iria toen ze twee flitsen als een bliksemschicht zagen, waarna ze de Moeder Gods boven de steeneik zagen. Zij was, volgens de beschrijving van Lucia, “een Vrouwe helemaal in het wit gekleed, briljanter dan de zon, die een licht wierp dat helderder en intenser was dan dat van een kristallen bokaal die gevuld is met kristalhelder water en getroffen wordt door de stralen van de stralendste zon.”
Haar onbeschrijflijk mooie gezicht was... “niet verdrietig of gelukkig, maar ernstig, met een zweem van mild verwijt.” Haar handen, als in gebed bijeengevoegd, rustten op haar borst en wezen naar boven. Een rozenkrans hing aan haar rechterhand. Haar kleren leken van licht te zijn. De tuniek was wit. De sluier, wit en omzoomd met goud, bedekte het hoofd van de Maagd en reikte tot aan haar voeten. Noch haar haar, noch haar oren waren te zien. Lucia kon nooit haar gelaatstrekken beschrijven, want het was voor haar onmogelijk om haar blik op dat oogverblindende hemelse gezicht gericht te houden. De zieners waren zo dicht bij Onze Lieve Vrouw - ongeveer op anderhalve meter afstand - dat ze in het licht stonden dat van haar uitstraalde en haar omhulde. Het gesprek ontwikkelde zich als volgt:
Onze Lieve Vrouw: "Wees niet bang, ik zal je geen kwaad doen."
Lucia: "Waar komt Uwe Genade [1] vandaan?"
OLV: "Ik kom uit de hemel. (Onze Lieve Vrouw stak haar hand op en wees naar de hemel)."
L: "En wat wenst Uwe Genade van mij?"
OLV: "Ik ben gekomen om je te vragen hier zes maanden achter elkaar te komen op de dertiende dag van elke maand op ditzelfde uur. [2] Later zal ik je vertellen wie ik ben en wat ik wil. Daarna kom ik hier een zevende keer terug."
L: "En zal ik ook naar de hemel gaan?"
OLV: "Ja, dat zal je doen."
L: "En Jacinta?"
OLV: "Zij ook."
L: "En Francisco?"
OLV: "Ook, maar hij moet veel rozenkransen bidden."
L: "Is Maria das Neves al in de hemel?"
OLV: "Ja, dat is ze."
L: "En Amélia?"
OLV: "Zij zal in het vagevuur blijven tot het einde van de wereld. Willen jullie je aan God aanbieden om al het lijden te verdragen dat Hij jullie belieft te sturen, als een daad van genoegdoening voor de zonden waarmee Hij beledigd is en als een daad van smeking voor de bekering van de zondaars?"
L: "Ja, dat willen we."
OLV: "Goed dan, je zult veel te lijden krijgen. Maar de genade van God zal je troost zijn."
“Het was bij het uitspreken van deze laatste woorden, ‘de genade van God...’ dat ze voor het eerst haar handen open deed, die een zeer intens licht uitstraalden dat in onze borst drong, waardoor dit het binnenste van onze ziel bereikte en wij onszelf in God zagen Die dat licht was, duidelijker dan we onszelf in de beste spiegel kunnen zien. Toen, aangezet door een diepe ingeving, knielden we neer en herhaalden we innerlijk: ‘O Allerheiligste Drie-eenheid, ik aanbid U! Mijn God, mijn God, ik hou van U in het Allerheiligste Sacrament’.
“Enkele ogenblikken later voegt Onze Lieve Vrouw eraan toe: ‘Bid elke dag de rozenkrans [3] om vrede voor de wereld en het einde van de oorlog te verkrijgen.’
“Ze begon onmiddellijk sereen omhoog te gaan in de richting van het oosten tot ze in de verte verdween.
“Het licht dat haar omgaf, opende als het ware haar weg door het firmament van de sterrenhemel.”
[1] Veel auteurs gebruiken ‘Uwe Excellentie’, ‘mevrouw’ en ‘u’. Maar ‘Uwe Genade’ lijkt een nauwkeurigere vertaling te zijn, want Lucia’s Vossemece is de samentrekking van de oude beleefdheidsvorm Vossa Mercê, waarvan de letterlijke betekenis Uwe Genade is. - vert.
[2] De zieners hebben altijd begrepen dat de laatste verschijning in oktober zou zijn. In feite werd hun dit expliciet verteld bij in de verschijning van augustus. Daarom beginnen de “zes maanden achter elkaar” met deze verschijning. De zevende, die verderop wordt genoemd, maakt geen deel van de reeks uit (zie hoofdstuk IV).
[3] Onze Lieve Vrouw zei “o terço,” waarvan de letterlijke vertaling “de derde” is, dat wil zeggen, vijf van de vijftien tientjes van de rozenkrans. De Portugezen noemen de vijftien tientjes van de rozenkrans echter ook wel eens “o terço.” In dit boek wordt o terço vertaald als de rozenkrans. Het is interessant om op te merken dat toen Onze Lieve Vrouw aan zuster Lucia verscheen om de eerste vijf zaterdagen van de devotie te vragen, ze niet “de derde” zei, maar “een derde” (um terço), dat wil zeggen, vijf tientjes. -vert.
Lees ook: Dit gebeurde er tijdens de tweede verschijning van Onze Lieve Vrouw in Fatima
Lees ook: Dit gebeurde er tijdens de derde verschijning van Onze Lieve Vrouw in Fatima
Laatst bijgewerkt: 25 februari 2022 15:19