De Heilige Lijkwade: een evangelie voor de 21e eeuw

Wij geloven pas als we zien. Wellicht heeft de Goddelijke Voorzienigheid daarom gewacht tot onze tijd om de gehemen van de Lijkwade te onthullen. Links het gezicht van de Lijkwade met het blote oog, rechts als 'positief'. (Beeld: Wikipedia)

De Heilige Lijkwade: een evangelie voor de 21e eeuw

THEMA'S:

De Heilige Lijkwade van Turijn bevestigt met zo'n buitengewone nauwkeurigheid de verschrikkelijke straffen die Onze Heer Jezus Christus tijdens zijn Lijden zijn opgelegd dat het wel het ‘Vijfde Evangelie’ is genoemd.

'Beschaving van het beeld'

Mediteren over het lijden en de dood van Onze Heer Jezus Christus, vooral in de Vasten, is altijd een aanleiding geweest voor grote geestelijke troost en vooruitgang in het innerlijk leven. In de 21e eeuw zijn wij helaas gedwongen te leven in de drukte van een technologische samenleving. We vinden het steeds moeilijker om "los te koppelen", rustig te mediteren en onze geest te verheffen om goddelijke dingen te overwegen. Aan de andere kant leert onze opvoeding ons de rol van het verstand te minimaliseren. Wij worden steeds meer ondergedompeld in wat paus Paulus VI de "beschaving van het beeld" heeft genoemd. Wij moeten dus de dingen met onze eigen ogen zien om ze te geloven. Misschien dacht de Goddelijke Voorzienigheid aan ons toen zij besloot te wachten tot de twintigste eeuw om de mysteries te onthullen van het kostbaarste relikwie van het Christendom: de Heilige Lijkwade van Turijn. (1)

Geweven zoals in eerste eeuw in Palestina

Dit linnen laken omgaf het levenloze lichaam van Jezus in het graf. Alle vier evangelisten vertellen over het leggen van Jezus in het "nabijgelegen nieuwe graf dat Jozef van Arimathea in de rots had uitgegraven." De eerste drie zeggen, "nadat zij hem [van het Kruis] hadden laten zakken, wikkelden zij hem in een laken." Na verschillende omzwervingen kwam het laken in het midden van de vijftiende eeuw terecht in de schatkamer van het Huis van Savoye, waar het eerst in Chambéry, Frankrijk, en vervolgens in Turijn, Italië, werd bewaard. Het Vaticaan verwierf het pas in 1983, en het bevindt zich nu in de kathedraal van Turijn. Het laken is 2 meter lang en 3,5 meter breed. Het is geweven in een visgraatmotief en met de hand gesponnen volgens de technieken die in de eerste eeuw in Palestina werden gebruikt. In het middenlangsdeel zien we de vervagende dubbele afdruk (voor- en achterkant) van het levensgrote lijk. Het afgebeelde lichaam is een man van in de dertig met een baard, lang haar en een stevig gestel. Hij was 1,80 m lang en had typisch Semitische trekken. Uit de afdruk kunnen we afleiden dat de Man van de Lijkwade werd gefolterd, gegeseld, gekruisigd en in zijn zijde doorboord door een lans.

Bestel Sint-Jozefnoveenbrochure

Een buitengewone ontdekking

Dit alles is met het blote oog zichtbaar en is al sinds de oudheid bekend. De christelijke traditie heeft dit laken altijd als een authentieke relikwie beschouwd en is van mening dat de beeltenis van de Man van de Lijkwade een portret is van Onze Heer Jezus Christus. Het bewijs van deze traditie is bijvoorbeeld te vinden in verschillende Byzantijnse iconen waarop Christus als de Man van de Lijkwade is afgebeeld. Talrijke documenten die dateren uit zeer verre tijden spreken over de verering van de relikwie. De relikwie moest echter tot 1898 wachten op een buitengewone ontdekking die zijn lot voor altijd zou bepalen.

De wetenschappelijke saga begint

Op 25 mei van dat jaar fotografeerde de Turijnse advocaat Secondo Pia de Lijkwade voor de eerste keer. Hij was verbaasd toen hij de eerste twee platen ontwikkelde: uit de foto's bleek dat de afbeelding van de Lijkwade van nature functioneert als een negatief! Waarom? Dat was ongetwijfeld een raadsel. Zo begon het wetenschappelijke ‘avontuur’ van de Lijkwade. Het werd al snel onderworpen aan een systematische studie met geavanceerde technologieën. Hoe meer wetenschappers het bestudeerden, hoe verbijsterder ze werden. Hoe meer ze de mysteries ontdekten, hoe meer ze zich realiseerden dat ze nog maar aan de oppervlakte waren. In 1959 werd in Turijn het Internationaal Centrum voor Sindonologie (Sindon is het Griekse woord voor laken en bij uitbreiding voor de Lijkwade) opgericht. Later, in 1977, werd het Lijkwade van Turijn Onderzoek Project (STURP) opgericht, waarin hoofdzakelijk Amerikaanse geleerden samenkwamen.

Het "Vijfde Evangelie"

Dit is niet de plaats om verslag uit te brengen over hun onderzoek. Wij concentreren ons op slechts één aspect: de opvallende bevestiging door de Lijkwade van het Evangelie-verhaal van het Lijden van Onze Heer Jezus Christus. Na tientallen jaren van onderzoek kunnen wetenschappers bevestigen dat de Heilige Lijkwade nog nauwgezetter, zij het in stilte, de details van het Lijden vertelt dan de Evangeliën. Prof. John Heller van STURP zegt hierover: "Het onderzoek van de laatste decennia bevat niet de geringste informatie die in strijd is met de vertelling van de Evangeliën." (2) Daarom begonnen sommigen de Heilige Lijkwade het ‘Vijfde Evangelie’ of ‘het Evangelie van de Twintigste Eeuw’ te noemen. Dit ‘Evangelie’ is zo rijk aan details dat de Franse chirurg Pierre Barbet, een beroemde pionier van de medische studie van de Lijkwade, zelfs zo ver ging te verklaren: "Een chirurg die de Heilige Lijkwade bestudeert om te mediteren over het Lijden door de verschillende stadia van Jezus' martelaarschap te doorlopen, kan Zijn lijden beter volgen dan te vertrouwen op een groot prediker of een heilige asceet." (3)

De lijdensweg in de tuin

"In zijn angst bad hij des te langer. En zijn zweet werd als bloeddruppels, die op de grond drupten" (Lc 22,44). De heilige Lucas, een arts, is de enige evangelist die dit voorval beschrijft, en hij doet dat met klinische precisie. Het zweten van bloed, klinisch hematohidrosis genoemd, komt zelden voor. Het wordt waargenomen in omstandigheden van grote lichamelijke zwakte die gepaard gaan met een sterke morele schok, emotie en angst, wat Sint Lucas "angst" noemt. Er is een plotselinge vasodilatatie van de onderhuidse haarvaten, die breken onder de zweetklieren. Bloed vermengt zich met het zweet en sijpelt uit de poriën. Computeranalyse van driedimensionale beelden van het gezicht van de Man van de Lijkwade, met name die van Prof. Giovanni Tamburelli uit 1978, toont aan hoe, naast talloze schaafwonden en kleine klonters, zijn hele huidoppervlak lijkt te zijn doordrenkt met bloed. Een dergelijke toestand zou het gevolg zijn van hematohidrosis.

Bestel Wonderdadige Medaille

De klap in het huis van Annas

"Toen Hij dit gezegd had, gaf een van de dienstknechten die erbij stonden, Jezus een klap, zeggende: Geeft gij zo antwoord aan de hogepriester?" (Joh 18:22). Het gezicht van de Man van de Lijkwade vertoont een groot hematoom of een massa geronnen bloed op de rechterwang. Zijn neus is gezwollen, naar rechts gedraaid en zichtbaar gebroken. De Turijnse sindonoloog Prof. Judica Cordiglia meent dat deze wond werd toegebracht door een korte houten stok van ongeveer 2 inches in diameter. De slag veroorzaakte een overvloedige bloedneus. Inderdaad is de snor van de Man van de Lijkwade aan de rechterzijde doordrenkt met bloed, evenals zijn baard. Moderne taalkundigen geloven dat de term die Johannes gebruikt, en die gewoonlijk vertaald wordt met "klap", geïnterpreteerd kan worden als "slaan", wat zou overeenkomen met de gegevens die in de Heilige Lijkwade gevonden zijn.

Verwondingen en Wonden

"En zij begonnen hem te begroeten: 'Heil, koning der Joden!' Zij sloegen met een rietstengel op zijn hoofd en spuwden op hem; en zij gingen op hun knieën om hem eer te bewijzen" (Mc 15,18-19). De Man van de Lijkwade vertoont meerdere tekenen van trauma: zwellingen op het voorhoofd, de voorhoofdsbeenderen, de jukbeenderen, de wangen, de lippen en de neus. Deze laatste is misvormd door de breuk van het rugkraakbeen dicht bij de aanhechting aan het neusbeen, dat echter intact is. Twee stromen bloed komen uit zijn neus. Zijn gezicht vertoont bijna overal kneuzingen, vooral aan de rechterzijde, die zichtbaar gezwollen is. Zijn wenkbrauwen zijn gescheurd, met botten die de huid van binnenuit hebben verwond. Het linker jukbeen heeft verschillende insnijdingen. Daarom hebben we te maken met een man die bruut wordt geslagen met stokken, slagen en klappen.

De geseling

"Pilatus liet Jezus wegvoeren en geselen" (Joh 19:1 ) De Heilige Lijkwade geeft ons een zeer volledig, nauwkeurig en gruwelijk beeld van de geseling. We kunnen meer dan 120 slagen tellen op de Man van de Lijkwade. Ze werden toegebracht door twee sterke mannen, de een groter dan de ander, aan beide zijden van het slachtoffer. Ze waren deskundig, Zijn borst is het enige deel van het lichaam dat geen tekenen van geseling vertoont. In feite kunnen slagen door een flagellum in de pericardiale regio de vroegtijdige dood van de veroordeelde veroorzaken. Er is geen gebrek aan verwondingen aan de billen, wat betekent dat de Man van de Lijkwade naakt werd gegeseld. Het was een Romeinse geseling, omdat de Joden volgens de wet niet meer dan 39 slagen mochten incasseren. De Lijkwade laat ons ook toe twee verschillende instrumenten te identificeren die voor deze foltering werden gebruikt. Het ene, het flagrum taxillatum, bestond uit drie stroken, elk met twee loden kogeltjes, zodat elke slag zes blauwe plekken veroorzaakte. De andere had metalen haken aan de uiteinden. De ene sloeg, de andere scheurde. Door de afdrukken te bestuderen, kunnen we zelfs Jezus' positie bepalen tijdens de geseling: Hij was gebogen over een zeer korte kolom.

Bestel Fatima boek

De kroning met doornen

"En daarna maakten de soldaten van sommige doornen een kroon en zetten die op zijn hoofd en kleedden hem in een purperen mantel" (Joh 19:2). De man op het hoofd van de Lijkwade vertoont tenminste vijftig kleine maar diepe prikwonden, die consistent zijn met het aanbrengen van een "helm" van doorntakken in plaats van een "kroon", zoals het hoort. De meest opvallende bloedvlekken komen overeen met de aders en slagaders van het hoofd. Twee beekjes bloed zijn te zien rechts van degenen die naar de afbeelding kijken. Eén valt langs het haar in de richting van de schouder; de andere valt bijna loodrecht op het voorhoofd in de richting van de wenkbrauw. Deze komen uit een prikwond die de frontale tak van de oppervlakkige temporale slagader verwondde.

Pijn van de doornenkroon was verschrikkelijk

In feite heeft dit bloed een duidelijk arterieel karakter. In het midden van het voorhoofd zien we een korte stroom veneus bloed in de vorm van een omgekeerde 3, als gevolg van een laesie aan de frontale ader. De door de kroon, of liever de helm van doornen, veroorzaakte wonden dalen van de rug naar de nek, waar we bloedingen zien die hetzelfde patroon vertonen als de frontale. De doornen, diep ingebed, verwonden enkele takken van de achterhoofdsslagader en diepere aders van de achterste wervelplexus. Het hoofd zit vol met bloedvaten en zenuwuiteinden. De pijn veroorzaakt door de doornenkroon, vooral tijdens het dragen van het kruis, was ongetwijfeld verschrikkelijk.

De weg naar Golgotha

"En zijn kruis dragende, ging Hij uit naar de Schedelplaats of, zoals het in het Hebreeuws heet, Golgotha" (Joh 19,17). De schouders van de Man van de Lijkwade vertonen een grote kneuzing ter hoogte van het linker schouderblad en een wond op de rechterschouder die kan worden toegeschreven aan het dragen van het patibulum, dat wil zeggen, de horizontale balk van het Kruis. Zijn schouders lijken opgetrokken, een positie die in verband staat met het transport van de balk. De afdrukken tonen ook aan dat de balk over zijn schouders gleed, wat ernstige schaafwonden veroorzaakte. De afbeeldingen onthullen een aanzienlijke hoeveelheid aardeachtig materiaal op de zolen van de Man van de Lijkwade, waaruit blijkt dat Hij blootsvoets liep.

Lees ook: Een slachtoffer voor de 20ste eeuw: het leven van Mariana Torres y Berriochoa

De Kruisiging

"Toen zij de plaats bereikten, die men de Schedelplaats noemde, kruisigden zij Hem en de twee misdadigers, de een aan zijn rechterzijde, de ander aan zijn linkerzijde" (Lc 23,33). Eerst werd Jezus uitgekleed. Zijn hele lichaam was gescheurd en bedekt met een mengsel van bloed, zweet en stof, dat was opgedroogd, waardoor Zijn kleren aan de huid kleefden. Wij kunnen ons de ondraaglijke pijn voorstellen die deze handeling veroorzaakte. In moderne ziekenhuizen wordt een dergelijke operatie soms onder algehele verdoving uitgevoerd om het risico van syncope (flauwvallen) voor de patiënt te vermijden. Veel wonden begonnen weer te bloeden. Onze Heer werd op het Kruis gelegd en eraan genageld. Zijn beulen vergisten zich in de afstand van de zijdelingse gaten en trokken zo sterk aan Zijn rechterarm totdat Zijn gewrichten ontwricht raakten. Ook dit is zichtbaar op de Heilige Lijkwade.

Waar zijn de spijkers ingedreven?

De voorste afdruk van de Man van de Lijkwade toont een prikwond, niet in de palm van Zijn hand, zoals de iconografische traditie beweert, maar in Zijn pols, die overeenkomt met de zogenaamde Destot-ruimte. Het is een anatomische doorgang die het gemakkelijk mogelijk maakt een spijker in te brengen zonder een bot te breken. De klassieke opvatting van de spijkers in Zijn handpalmen is daarom uitgesloten. Ten eerste zou de handpalm het lichaamsgewicht niet hebben kunnen dragen. Ten tweede, omdat sommige middenhandsbeentjes waarschijnlijk gebroken zouden zijn, wat de profetie weerlegt: "Al zijn beenderen zullen behouden worden, niet één ervan zal gebroken worden" (Ps 33:21). De nagels verwondden de middenzenuw in de handen, waardoor de duimen onder de palmen gingen buigen, wat hun afwezigheid op de afdruk van de Lijkwade verklaart. Wat de voeten betreft, heeft de rechtervoet een volledige afdruk op de Lijkwade achtergelaten, terwijl de hiel en de plantaire holte van de linkervoet te zien zijn. Daarom werden de twee voeten gekruist; de linker werd vooraan geplaatst, en zijn zool rustte op de achterkant van de rechtervoet, die direct op de paal van het kruis rustte. Zij werden aan elkaar genageld. De bloedvlekken die op de Lijkwade zijn gevonden, komen perfect overeen met doorboorde voeten die op de hierboven beschreven manier op het kruis rusten. Merk ook op dat de wonden van de handen en voeten van de Man van de Lijkwade overeenkomen met de vierkante vorm van de spijkers die voor Romeinse kruisigingen werden gebruikt.

De Dood

"Jezus riep met luide stem uit: 'Vader, in uw handen leg ik mijn geest.' Met deze woorden blies hij zijn laatste adem uit" (Lc. 23:46). Hij hing aan het Kruis aan zijn armen zonder steun om hem rechtop te houden. In tegenstelling tot de traditionele iconografie, toont de Lijkwade geen bewijs voor het gebruik van een voetsteun aan het Kruis. De voetsteun werd immers pas in de tweede helft van de eerste eeuw bij Romeinse kruisigingen ingevoerd. Onze Heer kon dus niet meer normaal ademen, omdat hij alleen aan zijn armen hing. In dergelijke omstandigheden beginnen spasmen, krampen en verstikkingen, die verergeren tot de inademingsspieren geblokkeerd zijn. De dood treedt in door een mengsel van verstikking en gegeneraliseerde shock, hier ook veroorzaakt door een hartaanval en hemopericardium, zoals wij hieronder zullen uitleggen. De afbeelding van de Lijkwade toont de borstspieren op een spasmodische manier samengetrokken. Het middenrif is opgeheven, en de buik is ingevallen. Dit zijn typische tekenen van dood door ademhalingsstilstand, verstikking en shock. De helderrode kleur van de bloedvlekken is te wijten aan een hoge hoeveelheid bilirubine, die typisch wordt aangetroffen bij mensen die ernstig getraumatiseerd zijn geweest vlak voordat het bloed werd vergoten. De netheid van de wonden van de Man van de Lijkwade, veroorzaakt door de snelle droging van het bloed, wijst er ook op dat Hij ernstig uitgedroogd was.

Lees ook: Fatima en de noodzaak van lijden

De Speer van Longinus

"Een van de soldaten doorboorde zijn zijde met een lans; en terstond kwam er bloed en water uit" (Joh 19,34). Op de voorste afdruk van de Lijkwade zien we links een grote bloedstroom, die overeenkomt met een doorboring van de huid met de kenmerken van een prik- en snijwond. De randen van de wond zijn breed gebleven en zijn goed afgelijnd, zoals die bij een lijk zijn toegebracht. Deze wond zou te wijten zijn aan de stoot van de lans door de Romeinse soldaat. Het is een diepe wond die de borstwand doorboorde, wat het overvloedige bloedvergieten verklaart. Hij werd toegebracht op een lijk omdat het opgedroogde bloed aantoonde dat het cellulaire deel zich had afgescheiden van het sereuze bestanddeel. Dit bewijs ondersteunt een zeer betrouwbare hypothese over de causa mortis van Onze Heer Jezus Christus: een hartaanval gevolgd door hemopericardium.

Bloedstroom veroorzaakte ondraaglijke pijn

Deze doodsoorzaak kan worden afgeleid uit een studie van het gedroogde bloed. Het is zeer dicht en vertoont klonten, gescheiden door een halo van serum. Deze toestand is typisch voor een man die sterft ten gevolge van een grote ophoping van bloed in de borststreek, de zogenaamde hemothorax. De bloedophoping kan worden verklaard door de breuk van het hart en de daaruit voortvloeiende lekkage van bloed tussen het hart en de buitenste pericardiale laag. Deze bloedstroom veroorzaakt een ondraaglijke pijn, die altijd gepaard gaat met een schreeuw, waarna de betrokkene onmiddellijk sterft. Daarom zou de lanswond op de gekruisigde, toen al een lijk, het mogelijk hebben gemaakt het bloed af te geven dat reeds van het serum was gescheiden. Een hematologisch onderzoek toont aan dat dit bloed van de rechterzijde ‘dood’ bloed is, d.w.z. dat het post mortem is vrijgekomen, terwijl het bloed op het voorhoofd, de pols, de nek en de voetzolen ‘levend’ is, d.w.z. dat het werd vergoten toen de Man van de Lijkwade nog in leven was. Anderzijds zou de lans, die vanaf de rechterzijde tot ter hoogte van de vijfde intercostale ruimte doordrong, nooit het hart hebben kunnen bereiken, aangezien de Romeinse pilum geen lemmet had dat lang genoeg was. Dood door hemopericardium veroorzaakt onmiddellijke lijkstijfheid, precies zoals gevonden bij de Man van de Lijkwade.

De graflegging

"Zij namen het lichaam van Jezus en bonden het in linnen doeken met de specerijen, volgens de joodse begrafenisgewoonte. ... Nikodemus bracht een mengsel van mirre en aloë" (Joh. 39:40). Uit alles blijkt dat de Heilige Lijkwade van Turijn het levenloze lichaam van een gekruisigde man omhulde. De aanwezigheid van aloë en mirre, stoffen die in Palestina werden gebruikt om lijken te begraven in de tijd van Christus, is vastgesteld op het weefsel. Volgens medische studies moet de gekruisigde, om de bloedsporen te verkrijgen die op de Heilige Lijkwade te zien zijn, binnen twee en een half uur na zijn dood in de doek gewikkeld zijn geweest en daar niet langer dan veertig uur in gebleven zijn, aangezien er geen sporen van bederf zijn.

Lees ook: Allerzielen: bidden voor overledenen als werk van naastenliefde

De Wederopstanding

"Op de eerste dag van de week, bij het eerste teken van de dageraad, gingen zij naar het graf met de specerijen die zij hadden toebereid. Zij ontdekten dat de steen van het graf was weggerold, maar toen zij binnenkwamen, vonden zij het lichaam van de Heer Jezus niet. Terwijl zij daar verbaasd stonden, verschenen plotseling twee mannen in schitterende klederen aan hun zijde. Verschrikt bogen de vrouwen het hoofd op de grond. Maar de twee zeiden tot hen: "Waarom zoekt men de levende onder de doden? Hij is niet hier, hij is opgestaan" (Lc 24,1-6). In de rugafdruk van de Heilige Lijkwade lijken de rug- en deltaspieren op natuurlijke wijze gewelfd en niet afgeplat, zoals het geval zou moeten zijn bij een lichaam dat op zijn rug op een stenen plaat ligt. Anderzijds zijn de verschillende plekken op de rug die van nature het oppervlak zouden raken, niet platgedrukt. Er is geen effect van lichaamsgewicht, wat betekent dat de Man van de Lijkwade bij het maken van de afdruk op het kleed in een zwevende toestand in de lucht zweefde zonder de steen aan te raken.

Wat christenen de ' verrijzenis' noemen

Hoe is de afdruk van de Lijkwade gemaakt? De wetenschappers antwoorden dat "het lijk als het ware verdampte en een straling uitstraalde die de afdruk zou hebben veroorzaakt. ... het lichaam was zeer waarschijnlijk in levitatie toen het deze straling produceerde. " (4) In wetenschappelijke termen betekent dit dat het lijk "mechanisch transparant" werd voor de begrafenisdoek. Laat ons luisteren naar STURP-professor Aaron Upinsky: "Een van de grootste mysteries van de Lijkwade is hoe het lijk nooit de stof heeft aangeraakt terwijl het zich ervan losmaakte. Het vloog weg zonder de vezels ook maar in het minst te veranderen, zonder ze te scheuren, en zonder de reeds bestaande bloedvlekken te wijzigen. Dat is voor een normaal lichaam onmogelijk, onderworpen als het is aan de wetten van de natuur. Een met zweren bedekt lijk kan nooit van een laken worden gehaald zonder het te veranderen en zonder sporen na te laten. Geen enkele wetenschap ontkent dit doorslaggevende feit. Het kan alleen verklaard worden door de ‘dematerialisatie’ van het lichaam, dat zich van het laken verheft en niet meer onderworpen is aan de wetten van de natuur. Dat is precies wat de christenen de 'verrijzenis' noemen." (5)

Conclusie

Ter afsluiting citeren wij enkele woorden van de bekende katholieke denker Prof. Plinio Corrêa de Oliveira:

"De Heilige Lijkwade is een blijvend wonder. Door de fotografie toe te staan Zijn goddelijk gelaat te tonen, heeft Onze-Lieve-Heer een gebaar van barmhartigheid gemaakt, speciaal voor onze tijd. De H. Lijkwade is zo'n wonder, zo'n bewijs van het bestaan van Onze Lieve Heer, van Zijn Verrijzenis en van alles wat wij geloven, dat de gelovigen er in elke katholieke omgeving voortdurend over zouden moeten spreken." (6)

Dit artikel is een vertaling van The Holy Shroud: a Twenty-First Century Gospel door Julio Loredo en verscheen eerder op tfp.org.

Noten

  1. Giulio Fanti and Emanuela Marinelli schreven een excellent boek over de zaak, Cento prove sulla Sindone [Honderd bewijzen voor de Lijkwade], Padova, Edizioni Messaggero, 2000. Dit boek heeft ook een complete bibliografie over het onderwerp.
  2. John H. Heller, Report on the Shroud of Turin, Boston, Houghton Mifflin, 1983.
  3. Pierre Barbet, La Passione di N. S. Gesù Cristo secondo il chirurgo, LICE, Torino, 1951.
  4. Julio M. Preney, O Santo Sudario de Turim – O Evangelho para o Século XX, Ediçoes Loyola, Sao Paulo, 1992, p. 90-92.
  5. Arnaud-Aaron Upinsky, interview met Catolicismo, June 1998.
  6. Plinio Corrêa de Oliveria, lezing voor de Braziliaanse leden van TFP members en vrijwilligers, Sao Paulo, April 28, 1984.


Laatst bijgewerkt: 14 april 2022 16:22

Doneer