Alphonse Ratisbonne bekeerde zich als niet-praktiserende jood tot het katholieke geloof.
De wonderlijke bekering van Alphonse Ratisbonne
Alphonse Ratisbonne, geboren in 1814, stamde uit een familie van rijke, bekende Joodse bankiers in Straatsburg, Frankrijk. In 1827 bekeert Alphonse's oudere broer, Thèodore, zich tot het katholicisme en treedt in het priesterschap, waarmee hij breekt met zijn antikatholieke familie, die nu zijn hoop vestigt op de jonge Alphonse. Op zijn 27ste was Alphonse intelligent en goed gemanierd. Hij had reeds zijn licentiaat in de rechten behaald en besloot naar Italië te reizen alvorens te trouwen en zijn verantwoordelijkheden in het familiebedrijf op zich te nemen. Echter, God had andere plannen voor hem.
Antikatholieke houding verhardt
In Rome bezocht Alphonse kunstwerken en, puur uit culturele nieuwsgierigheid, een paar katholieke kerken. Deze bezoeken verhardden zijn antikatholieke houding, en voedden zijn diepe haat tegen de Kerk. Hij deed ook een beroep op een oude schoolvriend en goede vriend, Gustave de Bussières. Gustave was protestant en had verschillende malen tevergeefs geprobeerd Alphonse voor zijn religieuze overtuigingen te winnen. Alphonse werd voorgesteld aan Gustave's broer, Baron de Bussières, die zich onlangs tot het katholicisme had bekeerd en een goede vriend was geworden van pater Thèodore Ratisbonne. Vanwege het katholicisme van de baron en zijn nauwe band met zijn overloper, had Alphonse een grote hekel aan hem.
Wonderdadige Medaille
Op de vooravond van zijn vertrek voldeed Alphonse met tegenzin aan zijn sociale verplichting om zijn visitekaartje bij de baron achter te laten als afscheidsgebaar. In de hoop een ontmoeting te vermijden, wilde Alphonse zijn kaart discreet achterlaten en meteen vertrekken, maar in plaats daarvan werd hij binnengelaten. De baron begroette de jonge jood hartelijk en had hem al snel overgehaald nog een paar dagen in Rome te blijven. Geïnspireerd door genade drong de baron er bij Alphonse op aan een Wonderdadige Medaille aan te nemen en een prachtig gebed op te schrijven: het Memorare. Alphonse kon nauwelijks zijn woede bedwingen over de vrijpostigheid van zijn gastheer om hem deze dingen voor te stellen, maar besloot alles goedhartig op te vatten, van plan om de Baron later als een zonderling te beschrijven.
Lees ook: 5 redenen waarom Maria noodzakelijk is voor onze geestelijke groei
Honderdmaal bidden
Tijdens Alphons verblijf overleed plotseling de goede vriend van de baron, graaf de La Ferronays, voormalig Frans ambassadeur bij de Heilige Stoel en een man van grote deugd en vroomheid. Aan de vooravond van zijn dood had de baron de graaf gevraagd om honderdmaal het Memorare te bidden voor de bekering van Alphonse. Het is mogelijk dat hij zijn leven aan God opofferde voor de bekering van de jonge joodse bankier. Enkele dagen later ging de baron naar de kerk van Sant'Andrea delle Fratte om de begrafenis van zijn vriend te regelen. Alphonse ging met tegenzin met hem mee, terwijl hij hevige kritiek uitte op de Kerk en de spot dreef met de katholieke gebruiken. Toen ze aankwamen, ging de baron naar de sacristie om de begrafenis te regelen, terwijl Alphonse in de kerk bleef.
'Maria verscheen op het altaar'
Toen de baron een paar minuten later terugkwam, was de jongeman verdwenen. Hij doorzocht de kerk en ontdekte al gauw zijn jonge vriend huilend geknield bij een altaar. Alphonse zelf vertelt ons wat er gebeurde in die paar minuten dat hij op de Baron wachtte: "Ik was nog maar kort in de kerk toen ik me plotseling zonder aanwijsbare reden totaal ongemakkelijk voelde. Ik sloeg mijn ogen op en zag dat het hele gebouw verdwenen was. Alleen een zijkapel had, om zo te zeggen, al het licht verzameld. Te midden van deze pracht verscheen de Maagd Maria, staande op het altaar. Zij was grandioos, schitterend, vol majesteit en lieflijkheid, precies zoals zij op de Wonderdadige Medaille staat. Een onweerstaanbare kracht trok mij naar haar toe. De Maagd maakte een gebaar met haar hand om aan te geven dat ik moest knielen."
Opschudding in heel Europa
Toen de Bussières met Alphonse sprak, trof hij niet langer een jood aan, maar een bekeerling die vurig verlangde naar het doopsel. Het nieuws van zo'n onverwachte bekering verspreidde zich onmiddellijk en veroorzaakte een grote opschudding in heel Europa, en paus Gregorius XVI ontving de jonge bekeerling, vaderlijk. Hij gelastte een grondig onderzoek met de strengheid vereist door het canonieke recht, en concludeerde dat het voorval een waarlijk authentiek wonder was.
Bekering van de joden
Alphonse nam bij zijn doop de naam Marie-Alphonse aan. Hij wilde priester worden en werd in 1847 gewijd, bij de jezuïeten. Na enige tijd, en op voorstel van paus Pius IX, verliet hij de jezuïeten en richtte samen met zijn broer Thèodore de Congregatie van Onze-Lieve-Vrouw van Sion op, gewijd aan de bekering van de Joden. Pater Theodore verspreidde zijn congregatie over Frankrijk en Engeland, terwijl pater Marie-Alphonse naar het Heilig Land ging. In Jeruzalem stichtte hij een huis van de congregatie op het stuk grond waar vroeger het praetorium van Pilatus had gestaan. De twee broers stierven in 1884, beiden beroemd en geliefd om hun uitzonderlijke deugden.
Dit artikel verscheen eerder op americaneedsfatima.org.
Laatst bijgewerkt: 4 januari 2024 13:48