Een slachtoffer voor de 20ste eeuw: het leven van Mariana Torres y Berriochoa

Mariana Torres y Berriochoa

Een slachtoffer voor de 20ste eeuw: het leven van Mariana Torres y Berriochoa

THEMA'S:

In de vijftiende en zestiende eeuw leefde in Quito, Ecuador, een Spaanse non wier weinig bekende maar buitengewone leven een directe band heeft met onze dagen. Moeder Mariana van Jesus Torres y Berriochoa, een non van de orde der Conceptionisten, overtrof de toch al strenge discipline van haar congregatie in de traditionele boetedoeningen die zij ondernam. Maar zelfs daarbovenop aanvaardde zij met liefde ongekende offers en lijden, die haar rechtstreeks door Onze Lieve Heer en Onze Lieve Vrouw werden gevraagd.

Haar veelvuldige contact met hemelse wezens en haar bovennatuurlijk lijden staan in zo'n contrast met de manieren van onze goddeloze eeuw en zijn op zichzelf zo buitengewoon dat een woord over hun geloofsbrieven nodig is.

Moeder Mariana heeft op bevel van haar superieuren een volledig geschreven verslag van haar leven nagelaten. Dit verslag werd goedgekeurd door Mgr. Pedro de Oviedo, de tiende bisschop van Quito, die het voorrecht had haar te kennen en te leiden. Bovendien schreven de paters franciscanen, die hun geestelijke leidslieden en broeders waren geweest, met verse herinneringen aan alle buitengewone feiten, niet alleen van haar leven, maar ook van dat van haar acht heilige metgezellen, hun biografieën.

Lees ook: Profetieën van Onze Lieve Vrouw van Welslagen voor onze tijd

Het bewonderenswaardige leven van Moeder Mariana van Jezus

In 1650, vijftien jaar na de dood van Moeder Mariana, publiceerde Diego Rodríguez Docampo een verhaal over haar leven dat werd bekrachtigd door een officieel document van de Koning van Spanje en het Koninklijk Hof van Quito.

Tussen 1760 en 1770, nadat nieuwe feiten en meer documentatie aan het licht waren gekomen, publiceerde pater Bartholomeus Ochoa de Alacano, O.F.M., een Spanjaard die in Quito woonde, een reeks artikelen die een groot boekwerk over Moeder Mariana vormden. Dit werk werd op grote schaal verspreid en enthousiast ontvangen in de Franciscaner kloosters van Spanje en Portugal. Dit boek bevat kronieken uit het klooster en de preek die bisschop Oviedo hield bij de begrafenis van Moeder Mariana.

In 1790 publiceerde pater Manuel Souza Pereira, O.F.M., een uitgebreid werk gebaseerd op de eerdere documenten. Pater Souza Pereira, van roemruchte Portugese afkomst, ging als jongeman in militaire dienst. Een reeks gebeurtenissen van de Voorzienigheid en verschillende verschijningen van Moeder Mariana van Jezus overtuigden hem ervan dat zijn ware roeping bij de Franciscaanse Orde lag. Later werd hij naar Quito gezonden, waar hij bekend werd om zijn soberheid en solide deugdzaamheid. Een beslissend moment voor hem was de uitnodiging om zijn bisschop te vergezellen in het pauselijk klooster waar zijn heilige beschermvrouwe had geleefd en was gestorven. Daar volgde hij haar voetstappen en vereerde haar ongeschonden lichaam. Met zijn hart in vuur en vlam zwoer hij niet te zullen rusten voordat hij een volledig verslag had voltooid van wat hij Het bewonderenswaardige leven van Moeder Mariana van Jezus zou noemen. Het is grotendeels op dit verslag dat wij dit artikel hebben gebaseerd.

Straf voor de twintigste eeuw

Op een dag in het jaar 1582 bad een jonge non voor het Allerheiligst Sacrament in het koor van haar klooster in Quito. Plotseling hoorde zij een angstaanjagend gerommel en zag zij de kerk gehuld in een dikke, met rook gevulde duisternis. Alleen het hoofdaltaar bleef verlicht, alsof het klaarlichte dag was. Daar zwaaide de deur van het tabernakel open en kwam onze gekruisigde Heer tevoorschijn, vastgespijkerd aan een levensgroot kruis. De heilige Maagd Maria, de heilige Johannes de Evangelist en de heilige Maria Magdalena stonden erbij, zoals op Golgotha. Onze Heer was gekweld.

De jonge non hoorde een stem: "Deze straf is voor de twintigste eeuw." Toen zag ze drie zwaarden boven het hoofd van Onze Lieve Heer hangen, elk met een inscriptie. Op het eerste stond geschreven: "Ik zal ketterij straffen"; op het tweede: "Ik zal godslastering straffen"; en op het derde: "Ik zal onreinheid straffen".

Toen sprak de Heilige Maagd tot de jonge non: "Mijn dochter, wil je jezelf opofferen voor deze mensen?"

"Ik ben er klaar voor," antwoordde de non. Toen drongen de drie zwaarden in het hart van de non, en zij viel dood neer door de hevige pijn.

Is dit een sprookje? Een ongelooflijke allegorie? Het fantastische verzinsel van iemands vruchtbare verbeelding? Nee, dit zijn feiten.

Lees ook: Onze Lieve Vrouw geeft welslagen in Quito

Magische aanraking

God bezoekt af en toe de aarde met de "magische aanraking" van Zijn almacht. Naar Goddelijk goeddunken maakt Hij een uitzondering op de aardse normen van het alledaagse en introduceert het buitengewone. Wij vernemen van Zijn tussenkomsten en wonderen alsof de sluier van het geloof een beetje wordt opgelicht, en wij krijgen een glimp van de Hemel te zien, waardoor wij ons dichter bij ons hemelse thuis voelen.

Velen beweren deze magische aanraking te hebben ontvangen, maar slechts weinigen dragen het doorluchtige merkteken van echtheid, wat meestal een zuiveringsproces van de begunstigde ziel door acuut lijden is.

Mariana

In het jaar 1563 werd een meisje geboren uit Don Diego Torres en Dona Maria Berriochoa, beiden nobele Spanjaarden en fervente katholieken. Bij de doopvont kreeg het meisje, hun eerste kind, de naam Mariana Francisca. Dit bevoorrechte meisje werd vanaf haar vroegste dagen door de Goddelijke Voorzienigheid uitgekozen. In het begin was ze gezegend met een zeldzame engelachtige schoonheid.

Toen zij opgroeide, was haar enige fascinatie Jezus, verborgen in het Allerheiligst Sacrament, voor wie zij urenlang knielde, zelfs toen zij zes jaar oud was. Vanwege haar geestelijke rijpheid stond haar biechtvader haar toe de communie te ontvangen toen ze negen jaar oud was, een leeftijd die toen als zeer vroeg werd beschouwd voor eerste communicanten.

De vreugde van Mariana over deze eerste ontmoeting met haar sacramentele God was zo intens, dat zij in zwijm viel en een diepe flauwte kreeg. Tijdens deze "flauwte" zag zij Onze Lieve Heer Jezus als een jongetje van haar eigen leeftijd, dat een prachtige ring om haar vinger schoof en haar voor Zich opeiste. Mariana nam dit aanzoek graag aan. De Heilige Maagd Maria en de Heilige Jozef waren getuige van deze gebeurtenis en stonden als sponsors bij deze "verloving".

In ditzelfde visioen toonde de Heilige Maagd haar dat zij voorbestemd was om te behoren tot haar Orde van de Onbevlekte Ontvangenis. Deze orde was onlangs gesticht door een andere bevoorrechte ziel, de heilige Beatrix da Silva, een Portugese vrouw van adellijke afkomst.

De Orde van de Onbevlekte Ontvangenis

De grote liefde van de heilige Beatrix was de Onbevlekte Ontvangenis van de Moeder van God. Na veel lijden en moeilijkheden stichtte zij deze nieuwe orde om dit verheven voorrecht van Maria Allerheiligste te eren, eeuwen voordat het tot dogma van ons geloof werd verklaard.

De nieuwe orde nam de franciscaanse regel aan en nam de heilige Franciscus van Assisi als hun mentor en vader. Hun habijt is wit en blauw, de kleuren van de Onbevlekte Ontvangenis, met een zwarte sluier.

Een verzoek van de kolonie van Ecuador

Enkele invloedrijke en vrome dames in de toenmalige Spaanse kolonie Ecuador hoorden van deze pas opgerichte orde. Verrukt over de toewijding van het nieuwe instituut, wensten deze dames dat het zou worden gevestigd in Quito, de hoofdstad van hun land.

Zij dienden hun verzoek hiertoe in bij koning Filips II van Spanje. Deze gaf gehoor aan hun verzoek en benoemde een zeer deugdzame non, Moeder Maria van Jezus Taboada, tot hoofd van de stichting van het nieuwe klooster. Deze deugdzame en heilige non, een tante van Mariana, zou vergezeld worden door zes andere nonnen, allen vrouwen van grote verdienste en solide deugdzaamheid. Het waren de Moeders Francisca van de Engelen, Anne van de Ontvangenis, Lucia van het Kruis, Magdalena van Sint Jan, Catharina van de Ontvangenis, en Maria van de Menswording.

Lees ook: Onze Lieve Vrouw verschijnt in Quito: Een boodschap van moed temidden van beproevingen

De Scheiding

Mariana was toen pas negen jaar oud, maar God wilde deze roos al plukken voordat ze ontkiemde. Op een dag, toen zij de heilige communie ontving, verscheen Hij opnieuw aan haar en zei haar dat Hij wilde dat zij het huis van haar vader zou verlaten en zijn kruis zou omhelzen in een ver land.

Mariana begreep dat zij met haar tante mee moest gaan op een expeditie om de orde van de Onbevlekte Ontvangenis te stichten in de Amerika's. Brandend van liefde voor haar gekruisigde Jezus, had zij reeds dat stadium van liefde bereikt waarin het lijden geen beletsel vormt.

Gebroken maar berustend droegen haar meest christelijke ouders haar over aan haar heilige tante, die nu beloofde haar ware moeder te zijn.

De reis

De duivel kon de gedachte niet verdragen dat deze stichting verwezenlijkt zou worden. Nauwelijks had het schip van de nonnen de haven verlaten of een verschrikkelijke storm, zoals zelden tevoren was gezien, overviel hen. De hemel veranderde van de helderste dag in de donkerste nacht. De bange zeelieden wisten niet wat te doen en dachten dat alles verloren was. In feite leek het schip verdoemd.

Toen zagen tante en nicht in het woeste water een afschuwelijke en reusachtige slang met zeven koppen, die probeerde het schip te vernietigen. Mariana schreeuwde het uit toen ze dit zag en verloor het bewustzijn. Moeder Maria bad tot God met heel haar ziel en vroeg of Hij, als Hij werkelijk wilde dat de stichting verwezenlijkt zou worden, de storm zou doen ophouden.

Zodra Moeder Maria dit gebed had uitgesproken, opende Mariana haar ogen en het licht van de dag overwon de duisternis. Maar een vreselijke stem werd gehoord: "Ik zal niet toestaan dat dit fundament tot stand komt; Ik zal niet toestaan dat het vordert; Ik zal niet toestaan dat het blijft bestaan tot het einde der tijden; Ik zal het vervolgen."

Moeder Maria wist dat Mariana iets had gezien tijdens haar flauwte en, zich met haar terugtrekkend op een afgezonderde plaats, vroeg haar alles te vertellen wat haar was getoond.

"Ik weet niet waar ik geweest ben, mijn moeder," antwoordde het meisje, "maar ik zag een slang, groter dan de zee, die zich kronkelde en kronkelde. Toen zag ik een dame van onvergelijkelijke schoonheid, gekleed met de zon en gekroond met sterren en met een baby in haar armen. Op de borst van de dame zag ik een monstrans met het Allerheiligst Sacrament. In een van haar handen hield zij een gouden kruis met een lanspunt. Terwijl zij de lans boven het Allerheiligst Sacrament en in de hand van de zuigeling verankerde, sloeg zij met zo'n kracht op de kop van de slang, dat deze volledig werd gespleten. Op dat moment schreeuwde de slang al zijn verschrikkelijke dreigementen uit over het niet toestaan van de stichting van de Orde van de Onbevlekte Ontvangenis".

Onzelievevrouwpletslang

Onze Lieve Vrouw verplettert de kop van de slang.

Moeder Maria begreep alles wat dit visioen betekende en liet later een grote medaille gieten waarop het tafereel was afgebeeld. Tot op de dag van vandaag dragen de nonnen van de Onbevlekte Ontvangenis van Quito deze medaille over hun habijt.

Stichting

Aangekomen in Quito op 30 december 1576, werden de stichteressen met grote vreugde ontvangen en ondergebracht in enkele bewoonbare gebouwen van het klooster, dat nog in aanbouw was. Toen de bouw voltooid was, vond op 13 januari 1577 de officiële oprichting plaats. Al spoedig vroegen verschillende jonge meisjes uit Quito toelating tot het klooster van de Onbevlekte Ontvangenis en het kloosterleven was in volle bloei.

Bruiloften

Op vijftienjarige leeftijd trad Mariana in het noviciaat en een paar jaar later deed ze haar professie. Toen zij op de dag van haar huwelijk haar geloften uitsprak ten overstaan van Moeder Maria Taboada, werd zij in een sublieme extase gebracht. Terwijl op aarde haar lippen de woorden vormden voor de formule van haar geloften en haar lichaam soepel bleef voor de kleding, was haar ziel in de tegenwoordigheid van God Onze Heer.

Onze Heer Jezus legde Zijn eigen kruis aan Zijn echtgenote voor en toonde haar al het enorme lijden, de vervolgingen, de ziekten en de verzoekingen die zij om Zijnentwil en de onze zou ondergaan. Hij behoedde haar alleen voor verzoekingen tegen de reinheid. Zij mocht nooit een enkele gedachte of neiging hebben tegen deze engelachtige deugd.

Het leven van boetedoening

Na haar professie verscheen Onze Lieve Heer opnieuw aan Moeder Mariana en gaf haar het schema dat zij in de vrije uren van de communiteit in acht moest nemen en de boetedoeningen die zij door de week moest doen.

Deze boetedoeningen waren zo zwaar dat Moeder Maria Taboada vreesde voor haar gezondheid. Maar in een ander visioen plaatste Onze Lieve Heer een druppel kristalwater van zijn gewonde zijde op de lippen van Mariana en versterkte haar op wonderbaarlijke wijze voor alles wat Hij van haar vroeg.

De boetedoeningen van deze engel in mensenlichaam zijn alleen te begrijpen als we bedenken dat zij geroepen was om een slachtoffer van de twintigste eeuw te zijn. Zo wikkelde zij bijvoorbeeld bijna haar hele onschuldige lichaam in draden met ijzeren punten, zelfs haar oren, zodat alleen haar gezicht en handen vrij waren. Zo leefde zij een boetvaardig, biddend leven, steeds toenemend in deugdzaamheid.

Lees ook: Op pelgrimage naar Onze Lieve Vrouw in Quito: de vrucht van offers is voelbaar

Visioen van de Twintigste Eeuw

Dan komen we bij die dag in het jaar 1582, toen zij voor haar Eucharistische Heer bad en plotseling de kerk, met uitzondering van het hoofdaltaar, in duisternis ondergedompeld zag. De rest, tot aan haar pijnlijke dood door middel van drie zwaarden die in haar hart werden gestoken als boetedoening voor de zonden van onze huidige eeuw, hebben wij beschreven aan het begin van dit artikel.

Wederopstanding

Mariana, altijd de eerste bij alle handelingen van de communiteit, verscheen niet op de dag na haar visioen van Onze Lieve Heer aan zijn kruis. Toen ze haar afwezigheid bemerkte, gingen de abdis en de andere nonnen naar haar op zoek. Zij vonden haar dood in het benedenkoor, haar lichaam reeds koud. Met groot verdriet droegen zij het stoffelijk overschot van de jonge non naar haar cel en legden haar op haar bed.

De dokter, Don Sancho, en de Franciscaner Broeders die het klooster verzorgden werden allen geroepen. Don Sancho bevestigde dat de dood was ingetreden en dat er niets anders op zat dan haar een fatsoenlijke begrafenis te geven.

Buiten stonden de inwoners van Quito voor de deuren van het klooster te dringen om het lichaam van hun geliefde weldoenster te zien, want Moeder Mariana was in de stad zeer bekend geworden, omdat zij velen had geholpen met haar raadgevingen, boetedoeningen, gebeden en zelfs wonderen.

De twee kronen

Moeder Mariana verscheen voor de Goddelijke Rechter. Hij vond geen fout in haar en zei: "Kom, geliefde van mijn Vader, en ontvang de kroon die Wij voor u hebben bereid vanaf het begin van de wereld." Zo was zij in de hemel voor de heilige Drie-eenheid en het hemelse hof, in onuitsprekelijk geluk.

Intussen rezen op aarde de gebeden van Moeder Maria en al haar zusters en die van de paters franciscanen en de stedelingen tot de troon van de Heilige Drie-eenheid. De zusters konden de gedachte niet verdragen te moeten leven zonder deze engel en ware bliksemafleider van Gods gerechtigheid voor hun gemeenschap. Zuchtend en wenend smeekten zij God om haar aan hen terug te geven.

Onze Lieve Heer wilde gehoor geven aan de smeekbeden van deze kinderen op aarde en schonk Moeder Mariana twee kronen, de ene van glorie en de andere van lelies met doornen omwonden. Hij droeg haar op er een te kiezen en maakte haar duidelijk dat zij met de gloriekroon in de hemel zou blijven, waar zij recht op had, maar dat zij met de andere kroon naar de aarde zou terugkeren en haar lijden zou hervatten.

De nederige maagd vroeg toen aan haar Geliefde om voor haar te kiezen. "Nee," antwoordde Onze Lieve Heer. "Toen ik u tot mijn echtgenote nam, heb ik uw wil beproefd, en nu wil ik hetzelfde doen."

De Heilige Maagd Maria sprak nu: "Mijn dochter, ik heb de heerlijkheden van de hemel verlaten en ben naar de aarde teruggekeerd om mijn kinderen* te beschermen. Ik wil dat jij Mij hierin navolgt, want jouw leven is zeer noodzakelijk voor mijn Orde van de Onbevlekte Ontvangenis.

"Wee de kolonie in de twintigste eeuw!" vervolgde de Maagd. "Als er dan geen zielen zijn die met hun leven van opoffering en holocaust naar uw voorbeeld de Goddelijke Gerechtigheid gunstig zullen stemmen, zal het vuur uit de hemel komen en, de inwoners verterend, Quito zuiveren."

Toen ze dit hoorde, stemde de nederige maagd toe om naar de aarde terug te keren. Zij zou een lang leven leiden met ongelooflijk veel lijden, want een deel van haar zending op aarde was om te boeten voor de zonden van onze arme, chaotische, verdorven en zondige eeuw.

Goddelijkerechter

God als Rechter.

Stigmata, ziekte en dood

Omdat Mariana van Jezus haar hele leven voorbestemd was voor buitengewone genaden, spaarde Onze Lieve Heer haar niets dat zou kunnen bijdragen tot haar zuivering en volmaaktheid. Zo ontving Moeder Mariana in de nacht van 17 september 1588, terwijl zij bad, de heilige wonden van Onze Lieve Heer Jezus in haar handen, voeten en zij. Zij schreeuwde het uit en bleef bevend achter, en moest naar haar bed worden geholpen. De stigmata verschenen in haar handpalmen en voetzolen als prikwonden; op haar zijde was een roodpaarse vlek als van een zwaardwond.

Hierna werd zij vreselijk ziek en kwam in een ondraaglijke beproeving. Zij kon geen enkel lid van haar lichaam bewegen. Haar lijden verergerend, deed de duivel zijn uiterste best om haar te breken door haar voor te houden dat haar leven vergeefs was geweest, een leugen, een bedrog. Hij sluipte voortdurend rond haar bed in de gedaante van een afschuwelijke slang, waarvan de aanblik haar onophoudelijk kwelde.

Op een nacht, toen zij deze verschrikkelijke beproeving van vijf maanden niet meer kon verdragen, riep zij de Allerheiligste Maagd aan. Toen voelde zij een hand over haar hoofd strelen en zij keek op en zag de Koningin van de Hemel, mooi, vriendelijk en majestueus in een nimbus van licht.

Zij kon zich nu bewegen en zag niet langer het afschuwelijke serpent. Haar toestand verslechterde echter nog steeds en tot verdriet van de hele gemeenschap blies zij opnieuw haar laatste adem uit. Het was Heilige Zaterdag en haar lichaam werd opgebaard in het lage koor. De menigte kwam het bekijken en riep luid: "De heilige is dood! Onze engel is heengegaan!"

Maar de volgende morgen, toen de gemeenschap zich naar het hoogkoor begaf om het Officie te bidden, vonden zij haar biddend! Evenals haar goddelijke Echtgenoot, die zij in alles trachtte te kopiëren, was zij op Paasmorgen herrezen en weer tot leven gekomen om het lijden voor de zielen en voor de wereld voort te zetten.

Overste

In 1589, toen haar gezondheid haar in de steek liet en zij zich wilde voorbereiden op haar naderend einde, dat haar was voorspeld, stelde Moeder Maria Taboada voor een nieuwe Overste te kiezen. Zij had zestien jaar lang geregeerd volgens de unanieme wens van haar klooster, dat niemand geschikter achtte voor deze taak dan de heilige stichteres.

Uit eerbied voor haar wens kozen zij nu eenstemmig Moeder Mariana van Jezus, vertrouwend op haar verheven deugdzaamheid ondanks het feit dat zij pas dertig was. Als moeder-overste leidde zij het klooster met grote wijsheid, voorzichtigheid, liefdadigheid en goedheid in de wegen van de Heer, waarbij zij elk punt van de heilige regel in acht nam en niets wegliet. Mariana wist dat ze haar tante nog een tijdje bij zich zou hebben en maakte volop gebruik van haar raad en leiding.

Voorspellingen over de gemeenschap

Zowel Moeder Mariana als Moeder Maria ontvingen verschillende keren openbaringen over de toekomst van hun klooster. Zij kenden elke non die in hun gemeenschap zou professeren tot het einde van de wereld. Zij wisten dat er in elke tijd zielen van grote deugd, verdienste en heiligheid in dit gezegende huis zouden zijn, maar ook ondankbaren en ongehoorzamen. De heilige zielen zouden grote rampen uit Ecuador verjagen en het geloof brandende houden, zelfs tijdens de rampzalige twintigste eeuw.

De duivel beraamt plannen om het klooster van binnenuit te vernietigen

Aan beide heilige vrouwen werd ook getoond dat zeer spoedig, opgehitst door de vijand van de mensheid, enkele ongeregelde en ongehoorzame nonnen van hun klooster, die een minder strenge heerschappij wensten dan die van de franciscanen, zouden proberen en verkrijgen hun gemeenschap los te weken van de leiding van de franciscaanse broeders. Daar de orde van de Onbevlekte Ontvangenis als een tak aan de boom van de Franciscaner Orde was, veroorzaakte deze scheiding voor de gelovige nonnen het meest smartelijke leed.

Lees ook: De godslamp is uitgebrand... net zoals Onze Lieve Vrouw van het Goede Welslagen voorspelde

Dood van Moeder Maria Taboada

In 1594 gaf Moeder Maria Taboada, die werkelijk een moeder was geweest voor Moeder Mariana en allen die onder haar hoede stonden, haar ziel aan God. Zij had veel geleden voor haar dood, en de gemeenschap was ontroostbaar over het verlies van hun geliefde stichteres.

Niettemin bleef zij vanuit de hemel haar klooster leiden, zoals zij had beloofd in haar laatste woorden voor zij in haar doodsstrijd trad. Toen zat zij plotseling rechtop in bed, alle sporen van haar ziekte verdwenen en haar gezicht zo fris en jong als op haar drieëndertigste, de leeftijd waarop zij het klooster stichtte. Zij had hen op de meest ontroerende wijze vaarwel gezegd en hun blijvende bijstand uit de hemel beloofd. In feite sprak zij dikwijls met Moeder Mariana in visioenen, wanneer deze laatste haar raad en raad zocht.

Eerste verschijning van de Moeder van het Goede Welslagen

Rond deze tijd leed Moeder Mariana wreed onder alle zorgen van haar gemeenschap. Het ontbrak haar aan de nodige financiële steun, en het bijkomende kruis van de dreigende scheiding van de franciscanen bracht haar een waar martelaarschap toe. In de vroege morgen van 2 februari 1594 was Moeder Mariana aan het bidden in het hoogkoor. Voorovergebogen met haar voorhoofd tegen de grond smeekte zij om hulp voor haar gemeenschap en om barmhartigheid voor de zondige wereld.

Toen hoorde zij een zoete stem haar naam roepen. Toen zij snel opstond, zag zij een prachtige dame in een aura van licht. Aan haar linkerarm hield zij het Kind Jezus en aan haar rechter een kromstaf van het zuiverste goud, versierd met edelstenen, die men op deze aarde niet kan vinden.

"Wie zijt gij, schone dame?" vroeg zij, "en wat wenst gij? Weet gij niet, dat ik slechts een arme non ben, vervuld van liefde tot God, waarachtig, maar tot het uiterste lijdend en beproefd?"

De dame antwoordde: "Ik ben Maria van het Goede Welslagen, de Koningin van Hemel en Aarde. Juist omdat u een gelovige ziel bent vol liefde voor God en voor Zijn Moeder, die nu tot u spreekt, ben ik uit de hemel gekomen om uw bezwaard hart te sussen."

Toen toonde de Moeder Gods haar hoe haar gebeden en boetedoeningen God behaagden. Zij legde uit, dat zij de gouden kromstaf in haar rechterhand hield, omdat zij zelf het klooster wilde besturen, en dat de duivel alles zou doen wat in zijn macht lag om het klooster te vernietigen door middel van enkele ondankbare dochters van haar, die er woonden.

"Hij zal zijn doel niet bereiken," vervolgde zij, "want ik ben de Koningin der Overwinningen en de Moeder van het Goede Welslagen. Onder deze aanroeping wens ik in de komende eeuwen wonderen te verrichten voor het behoud van dit, mijn klooster, en zijn bewoners.

"Tot aan het einde van de wereld zal ik heilige dochters hebben, heldhaftige zielen, in het duistere leven van hun klooster, die, onder vervolgingen en laster vanuit hun eigen gemeenschap, zeer geliefd zullen zijn bij God en zijn Moeder... Hun leven van gebed, boete en opoffering zal in alle tijden uiterst noodzakelijk zijn. Na hun leven doorgebracht te hebben, onbekend voor allen, zullen zij naar de hemel geroepen worden om een verheven troon van heerlijkheid te bezetten."

Daarna openbaarde zij aan Moeder Mariana dat het hare een lang en lijdend leven zou zijn, maar zij zei haar de moed niet te verliezen. Terwijl ze dit zei, legde ze het Kindje Jezus in de armen van de nederige maagd. Terwijl ze Hem stevig aan haar hart sloot, voelde Moeder Mariana de kracht om alles te lijden voor Zijn eer en glorie en voor het welzijn van de zielen.

Onze Lieve Vrouw zou verschillende keren aan Moeder Mariana verschijnen onder de titel van de Moeder van het Goede Welslagen. Tijdens enkele van deze verschijningen voorspelde zij veel dingen over de twintigste eeuw.

Onzelievevrouwvanwelslagen

Onze Lieve Vrouw van Welslagen met het Kind Jezus.

Afscheiding van de Franciscanen

De onheilspellende dag die zowel aan Moeder Maria als aan Moeder Mariana was voorspeld, was aangebroken, de dag waarop hun kleine kudde zou worden gescheiden van hun goddelijk aangestelde herders. Er waren nieuwe verkiezingen geweest voor een overste en Moeder Magdalena van Jezus Valenzuela, de nieuw benoemde priorin, had geen tijd verloren om dit te bewerkstelligen. Deze dame was geen slecht mens, maar omdat ze zwak was, diende ze vaak als een werktuig in de handen van andere nonnen met kwade bedoelingen.

Snel ijverde zij ervoor om de gehoorzaamheid aan de zonen van Sint Franciscus op te heffen en de leiding van het klooster aan de bisschop van Quito over te dragen. Dit was een trieste dag voor de heldhaftige en heilige stichteressen en alle gehoorzame Conceptionisten van dat huis. Toen de paters franciscanen afscheid namen, huilden Moeder Mariana en alle gehoorzame nonnen ontroostbaar. Niettemin onderwierpen zij zich gehoorzaam aan het nieuwe gezag.

De Provinciaal Overste van de Franciscanen liet hen achter met woorden van bemoediging en vertroosting, en verzekerde hen van hun toekomstige terugkeer. Voor de weerspannigen liet hij woorden achter van veroordeling.

Gevangenis

Onmiddellijk, met Moeder Valenzuela aan het roer maar gemanipuleerd door de ongeregelde factie, begon de naleving van de regel af te nemen, de voorgeschreven tijden van stilte werden niet meer in acht genomen en het misbruik nam toe.

Bezorgd en in haar hart getroffen door deze situatie, die het ware doel van het kloosterleven tenietdeed, benaderde Moeder Mariana nederig haar nieuwe overste, smekend als stichteres en ex-priores dat deze overtredingen en afwijkingen zouden worden gecorrigeerd voor het welzijn van de gemeenschap.

De seculiere kerkelijke prelaat die nu het gezag over het klooster had, hoorde van deze smeekbede. Maar de opstandige factie zorgde ervoor dat hij het slechtst mogelijke rapport ontving, waarin Moeder Mariana werd afgeschilderd als onhandelbaar, ongehoorzaam, en nog veel meer.

Als gevolg daarvan beval hij de onschuldige maagd voor drie dagen gevangen te zetten. Hij beval ook dat haar sluier werd verwijderd, dat zij tijdens de maaltijden in de eetzaal in het openbaar gegeseld zou worden en dat zij geknield op de grond moest eten. Deze drie dagen werden doorgebracht in een donkere, ondergrondse gevangenis. Daar moest zuster Mariana boeten voor haar volmaakte onschuld.

Na drie dagen werd ze overgebracht naar een eenzame kamer. De Spaanse stichteressen, die zich niet konden bedwingen bij het zien van haar lijden, bezochten haar daar. Hiervoor werden zij veroordeeld om samen met Moeder Mariana een volle maand opgesloten te worden. Anderen die solidair met hen waren, voegden zich ook bij de heilige stichteressen in de gevangenis. Op een gegeven moment waren ze met vijfentwintig en moesten zo boeten voor hun trouw.

Goddelijke Vertroostingen

Op een nacht begon een kruisje, dat Moeder Mariana op de muur geschilderd had, intens te schijnen. Terwijl het licht tot verbazing van de onschuldige gevangenen op wonderbaarlijke wijze toenam, werden de zeven stichteressen elk in een sublieme extase gebracht en kregen zij elk een ander visioen te zien.

Als voorbeeld van deze visioenen zag Moeder Francisca der Engelen, een van de Spaanse stichteressen, hun Serafijnse Vader, de heilige Franciscus van Assisi, in een staat van razernij en rondtrekkend door het klooster met een boog, pijlen afschietend naar links en rechts. Toen een van de pijlen het hart van een van de ongehoorzame nonnen doorboorde, viel zij op slag dood neer.

Toen zei Franciscus tot moeder Francisca: "Deze non is de hoofdverantwoordelijke voor de afscheiding van de Franciscanen en de in het klooster ingevoerde laksheid. Zij zal verantwoordelijk worden gesteld voor al het lijden en het niet naleven van de regel in de komende eeuwen, totdat de jurisdictie van de franciscaanse familie terugkeert. Dan zal de regel, ons gegeven door paus Julius II, perfect worden nageleefd. Maar ik zal erop toezien dat er in alle tijden zielen zullen zijn die, de Serafijnse Orde liefhebbend, met hun boetvaardig en toegewijd leven de regelmatige naleving van het klooster in stand zullen houden."

De volgende morgen werd die non dood aangetroffen in haar cel, haar gezicht zwartpaars. De gevangenen moesten haar lichaam dragen voor de begrafenis. Stelt u zich het verdriet voor van Moeder Francisca, die het lichaam moest dragen van een zuster die zij liefhad en diende, maar die zij niet kon redden!

Moeder Magdalena van Sint Jan aanschouwde Sint Jan de Evangelist. Hij onthulde haar dat op de dag van het Laatste Avondmaal, toen hij zijn hoofd over het hart van Onze Heiland legde, één van de geheimen die hem waren geopenbaard de stichting van dit klooster was. Onze Lieve Heer liet hem weten hoeveel Hij van dit huis hield en dat er eucharistische zielen zouden wonen die de heiligschennis van het goddelijk slachtoffer zouden vergoeden.

Zo brachten deze heilige zielen die bittere dagen van gevangenschap door in hun eigen huis, vervolgd, beschimpt en verlaten door hun eigen mensen.

Vrijheid

Gekweld door medelijden en wroeging, kon Moeder Valenzuela de gedachte niet langer verdragen dat deze onschuldige en heilige nonnen opgesloten zaten in die vreselijke plaats. Zij schreef een brief aan de bisschop waarin zij haar zwakte bekende door toe te staan dat de opstandige nonnen haar manipuleerden en de opsluiting van deze volkomen onschuldige vrouwen veroorzaakten. De prelaat was zeer ontdaan toen hij dit bericht ontving. Hij berispte Moeder Valenzuela streng en beval de onmiddellijke vrijlating van de slachtoffers.

Na hun vrijlating kusten de arme lijdende zielen nederig de voeten van hun priorin en die van hun vervolgers.

Desondanks zou het een waar boekwerk vergen om de voortdurende episodes van intriges, laster en vervolging te beschrijven, die de vader der leugens tegen de trouwe nonnen in het leven heeft geroepen. Laat het volstaan te zeggen dat dit slechts het begin was van de verschrikkelijke vervolging van deze heilige zielen, die later werden teruggebracht naar die vreselijke gevangenis.

Opnieuw, verkiezing en... gevangenschap

Na deze vrijlating uit de gevangenis werd Moeder Mariana opnieuw tot priorin gekozen, met de meerderheid van de stemmen van de gehoorzame groep in het klooster. Dit veroorzaakte zo'n woede in de opstandige groep dat zij opnieuw zodanig belasterd werd dat de bisschop, niet wetend wat te doen, haar liet afzonderen in een cel. Het haatdragende, weerbarstige blok wilde haar weer naar de donkere gevangenis sturen, maar Moeder Valenzuela wilde daar niets van weten.

Verdere profetieën over de Negentiende en Twintigste Eeuw

Op zekere dag, tijdens deze tweede periode van afzondering, zag Moeder Mariana, terwijl zij bad en leed, opnieuw een dame van onvergelijkelijke majesteit en schoonheid, omgeven door licht. Opnieuw noemde de dame zich Maria van het Goede Welslagen. Opnieuw droeg zij haar Kindje en de gouden kromstaf. Een met diamanten bezet kruis glinsterde als zovele zonnen op de kromstaf; robijnen sierden het midden van het kruis en de naam van Maria was gegraveerd in deze robijnen ster, glinsterend met vele verschillende lichtjes.

Deze keer, naast vele andere dingen, zei de Moeder van het Goede Welslagen: "In de negentiende eeuw zal een waarlijk christelijke president Ecuador regeren. Hij zal een man van karakter zijn aan wie God Onze Lieve Heer de palm van het martelaarschap zal schenken op ditzelfde centrale plein waar mijn klooster staat. Hij zal de Republiek Ecuador wijden aan het Heilig Hart van mijn allerheiligste Zoon, en deze wijding zal het katholieke geloof ondersteunen in de komende jaren, die onheilspellend zullen zijn voor de Kerk.

"Gedurende deze jaren, waarin de vrijmetselarij, die vervloekte sekte, de regering zal overnemen, zal er een wrede vervolging zijn tegen religieuze gemeenschappen. Ze zullen ook dit klooster, dat speciaal van mij is, gewelddadig aanvallen. Voor die ellendige mannen zal dit klooster voltooid lijken, maar zonder dat zij het weten, leef ik en leeft God om in hun midden machtige verdedigers van dit werk op te richten. Wij zullen ook onoverkomelijke moeilijkheden op hun pad brengen, en de triomf zal van ons zijn."

Deze voorspellingen zijn tot op de letter uitgekomen.

President Gabriel Garcia Moreno

Gabriel Garcia Moreno, vroom en rechtvaardig President van Ecuador. Bron: Flickr.

Gabriel Garcia Moreno

Gabriel Garcia Moreno was een man van onwankelbare moed, briljant intellect en vurige liefde voor de Kerk en het pausdom. Als president van Ecuador leidde hij de republiek gedurende verscheidene jaren op het pad van geloof en gerechtigheid, waarbij hij enorme religieuze, morele, educatieve en economische hervormingen tot stand bracht.

Kort na zijn herverkiezing, in een grote impuls van mannelijke vurigheid, droeg hij een enorm houten kruis tijdens een processie in de Goede Week en leidde de stoet door de straten van Quito. Kort daarna stuurden de vrijmetselaarsloges van Peru een huurmoordenaar om hem te vermoorden. Hij werd op 6 augustus 1875 op brute wijze vermoord voor het presidentiële paleis, toen hij terugkeerde van de mis en de heilige communie in de kathedraal. Hij viel op het plein waarop het klooster van de Onbevlekte Ontvangenis staat, precies zoals Onze Lieve Vrouw had voorspeld.

Er wordt gezegd dat hij, terwijl hij stierf in een plas bloed van meerdere machetewonden, erin slaagde zijn vinger in zijn eigen bloed te dopen en op de stoep te schrijven: "Dios no muere" - God sterft niet.

De Moeder van God vraagt dat er een standbeeld wordt gemaakt

Tijdens dezelfde verschijning vroeg de Heilige Maagd van het Goede Welsalgen aan Moeder Mariana om een standbeeld van haar te laten maken, precies zoals Moeder Mariana haar zag. Zij wilde dat dit beeld in de zetel van de priorin in het hoge koor zou worden geplaatst, zodat zij van daaruit effectief over haar klooster zou kunnen heersen. Ze wilde een kromstaf in haar rechterhand als teken van haar autoriteit als overste, samen met de sleutels van het klooster, zodat ze het zou kunnen verdedigen in de komende eeuwen.

En verdedigen deed ze. Bij verschillende volgende gelegenheden probeerden vijandige regeringsfunctionarissen de zusters te verplaatsen of het klooster te sluiten. Geen van deze pogingen slaagde. In sommige gevallen stierf de verantwoordelijke of werd uit zijn ambt ontheven voordat het bevel werd uitgevoerd. Een keer vergat een groot aantal mannen, die op een bepaalde tijd naar het klooster moesten komen, de afspraak, totdat de tijd voorbij was.

De heilige Maagd wordt opgemeten

Moeder Mariana vroeg zich af hoe ze de exacte maten van de Hemelse Maagd kon krijgen. Onze Lieve Vrouw merkte haar verwarring op en liet haar het koord uit de taille van haar habijt halen. Toen nam ze met onmetelijke genade een uiteinde van het koord en hield dat bij haar voorhoofd, terwijl Moeder Mariana het andere uiteinde bij de voet van Onze Lieve Vrouw hield. Het koord, dat te kort was voor zo'n meting, rekte zich uit tot de perfecte lengte.

Om onbekende reden ondervond Moeder Mariana enige bekoringen en moeilijkheden om de geldigheid van deze verschijning te geloven. Er gingen dan ook vele jaren voorbij voordat het beeld waar de Moeder van het Goede Welslagen om vroeg, werd gemaakt.

2013 Our Lady Measurement

Moeder Mariana meet de lengte van Onze Lieve Vrouw teneinde een precies kloppend standbeeld te kunnen maken.

De problemen in het klooster duren voort

De zaken bleven verre van geregeld in het klooster van de Onbevlekte Ontvangenis. Steeds aangespoord door de duivel, die gezworen had dit heilige huis te vernietigen dat zoveel schade berokkende aan zijn plannen, hield hetzelfde gebroed van opstandige, ontevreden en afgunstige nonnen nooit op met samenzweren.

Opnieuw was er tijd voor een nieuwe verkiezing van de overste. Het revolutionaire element wakkerde zoveel wrijving aan dat na vele zittingen nog geen besluit was genomen. De bisschop zelf moest tussenbeide komen en de nieuwe verkiezing voorzitten. Verblind door afgunst en haat, vroeg de leider van de opstand, een kleine non bekend onder de naam "La Capitana", de post van priores voor zichzelf, terwijl ze Moeder Mariana en de Spaanse stichteressen belasterde en beledigde. Ze vroeg ook om hun terugkeer naar Spanje.

Dit bleek een fatale vergissing voor de opstandelingen, want de bisschop zag nu duidelijk met wie hij te maken had. Verontwaardigd beval de bisschop La Capitana onmiddellijk weg te halen en op te sluiten in de gevangenis waar haar onschuldige slachtoffers vroeger zo geleden hadden. De anderen werd het stemrecht ontnomen en het zwaarste en meest ondergeschikte werk in het klooster opgedragen. Als zij zich verzetten, moesten zij zich bij hun leider in de gevangenis voegen. Ze werden ook uit het stemlokaal verbannen.

Uiteindelijk werd Moeder Valenzuela opnieuw tot priorin gekozen.

Het immense offer

Terwijl dit haatdragende en krankzinnige schepsel tot de bisschop sprak, zat Moeder Mariana rustig in een hoek van de kamer, vanwaar zij afzichtelijke apen op deze non zag afkomen. Hun monden, ogen en neusgaten braakten vuur uit dat ze in haar hart en in dat van haar opstandige volgelingen goten.

Moeder Mariana zag dat deze ongelukkige non en een aantal van haar volgelingen niet gered zouden worden. Maar, goed op de hoogte van Moeder Mariana's onbegrensde liefde voor zielen, verscheen Onze Lieve Heer aan haar en stelde het onvoorstelbare voor. Er was maar één manier om deze ziel te redden van de eeuwige vlammen van de hel die zij verdiende voor haar vele zonden en de schade die zij de gemeenschap in de komende eeuwen had berokkend: Deze manier was dat Moeder Mariana ermee instemde om vijf jaar in de hel voor haar te lijden.

De heldhaftige non beefde tot in haar diepste binnenste, maar ze aanvaardde.

La Capitana

Op een dag hoorden de priores en de ex-priores lelijke stemmen uit de gevangenis komen. Moeder Valenzuela vroeg aan Moeder Mariana wat zij dacht dat het zou kunnen zijn, waarop de heilige non antwoordde: "Moeder, deze arme zuster is een slachtoffer van de duivel. Laten we haar gaan bezoeken en haar naar de tuin brengen, zodat ze niet wanhoopt. Wij moeten voor haar ziel zorgen."

Toen zij hen zag, begon het ellendige schepsel rond de gevangenis te rennen, haar hoofd tegen de muren slaand en schreeuwend: "Ik ga dood! Ik ga dood! De duivel zal mij nemen!" Toen viel ze met haar gezicht op de grond.

Zich wendend tot Moeder Valenzuela, wenkte Moeder Mariana: "Kom, Moeder."

"Nee," antwoordde de overste, Moeder Valenzuela, zeer geschrokken, "Uwe Eerwaarde moet alleen gaan."

Moeder Mariana, die zich naar de gevallen non bukte, draaide haar huilend om. Haar tranen overspoelden het gezicht van het ellendige schepsel, dat schuimbekkend uit haar mond kwam en bloed uit haar neus had vloeien. Moeder Mariana maakte haar schoon en wreef haar, in een poging haar weer bij zinnen te brengen. Daarna vroeg zij Moeder Francisca van de Engelen, die ziekenverzorgster was, om haar een paar geneesmiddelen te geven.

"Komt het goed met je?" vroeg moeder Valenzuela, die in paniek bij de deur was blijven staan.

"Maakt u zich geen zorgen, moeder. Jezus en Maria zijn bij mij," was het kalme antwoord.

Exorcisme

Terwijl Moeder Mariana wachtte, merkte zij plotseling twee zwarte wezens op, die in een hoek van de kamer tegen de muur hurkten en zich schuchter voor haar probeerden te verbergen. Verontwaardigd sprak zij hen met luide stem toe: "Walgelijke en afschuwelijke beesten, wat doen jullie hier? Ga terug naar jullie wrede huis, want dit is een heilige plaats, een huis van gebed en boetedoening. Al jullie pogingen om de ziel van mijn zuster te ontrukken zullen tevergeefs zijn. Jezus Christus stierf voor haar en ondanks jou zal ze gered worden. In naam van de mysteries van de Allerheiligste Drievuldigheid, van de Goddelijke Eucharistie, van het Goddelijk Moederschap van Maria Allerheiligst en de glorierijke Tenhemelopneming van haar lichaam en ziel, beveel ik u, dat u deze heilige plaats onmiddellijk verlaat. Verlaat het en kom nooit meer terug om een van mijn zusters te kwellen met uw afschuwelijke aanwezigheid."

Terwijl zij deze laatste woorden uitsprak, klonk er een vreselijk geluid. De grond schudde en men hoorde afschuwelijk geschreeuw. Toen waren de duivels verdwenen.

Ziekenzaal en dood

Toen zij weer bij haar positieven kwam, was de zieke non zeer beschaamd, maar zij wilde alleen met Moeder Valenzuela praten. Ze bracht een verschrikkelijke nacht door met de wreedheden van een crimineel geweten. Maar de afgunst had haar hart zo in haar greep dat ze Moeder Mariana niet om vergiffenis kon vragen, laat staan dat ze van haar kon houden.

Op bevel van de dokter werd ze overgebracht naar een kamer waar ze verpleegd kon worden, want ze had een besmettelijke ziekte en was erg ziek. De moeders Mariana en Francisca verpleegden haar met veel liefde, tederheid en genegenheid. Toch behandelde de zieke vrouw hen onbeschoft en klaagde over alles.

Ondanks alle zorg en behandeling verslechterde haar toestand tot het punt dat de dood nabij was. Zij voelde zich stervende en schreeuwde in een vreselijke opwinding: "Het is te laat voor mij. Ik kan haar niet liefhebben noch haar vergeven. Ik wil gered worden, maar kan het niet. O, laat die zwarte wezens weggaan! Help me, want ze zullen me meenemen!" Ze klampte zich zielig vast aan Moeder Mariana, die zwijgend een stortvloed van tranen weende over het hoofd en het gezicht van de stervende non.

Een priester werd geroepen, maar zij wilde niet biechten. De priester vertrok, bedroefd door dit tafereel van stervende onboetvaardigheid. Toen blies ze haar laatste adem uit.

Moeder Mariana bleef het lijk in haar armen houden. Haar Spaanse zusters en medeoprichtsters smeekten haar haar weer op het bed te leggen, maar Moeder Mariana zei: "Mijn Zusters en Moeders, vergeet niet zo snel mijn offer dat werd aanvaard om deze ziel te redden. Bid vurig voor haar tot God. Zij staat nu voor de rechterstoel van God en zij heeft zich al het kwaad gerealiseerd dat zij heeft gedaan. Zij zal weer leven. Wees niet bang; blijf kalm want zij zal berouw tonen en zich beteren. Later zal zij sterven en gered worden, maar haar vagevuur zal duren tot de dag des oordeels. Dit heeft de Heer mij geopenbaard."

Toen zij hiermee klaar was, trilde het lichaam van de dode non en opende zij haar ogen. Ze keek de kamer rond, alsof ze iemand zocht. Toen, terwijl ze haar ogen op Moeder Mariana vestigde, wilde ze spreken, maar haar stem verstikte in een stortvloed van tranen. De engelachtige Moeder Mariana droogde ze met de liefde van een moeder en sprak tot haar woorden van vertrouwen in de goedheid van God. Het arme schepsel voelde eindelijk hoe geliefd zij was.

Na een algemene biecht begon ze langzaam te herstellen. Zij was nu zo volgzaam als een kind en wilde nooit meer weg zijn van haar heilige weldoenster.

Lees ook: Het lichaam van Zuster Mariana krijgt een nieuwe rustplaats

Moeder Mariana gaat naar de hel

Enige tijd later verscheen Onze Lieve Heer aan Moeder Mariana. Hij herinnerde haar eraan dat de tijd gekomen was dat zij de prijs zou betalen voor de redding van La Capitana's ziel. Hij liet haar weten dat zij de volgende dag, na het ontvangen van de heilige communie, zodra het sacrament in haar was opgelost, de hel zou binnengaan.

Toen zij de volgende dag naderde om haar God in de heilige communie te ontvangen en afscheid te nemen van haar intieme relatie met Hem voor de lange duur van vijf jaar, had zij het gevoel alsof haar hart zou breken. Zij trachtte Hem zo goed mogelijk vast te houden, maar zodra de goddelijke soort zich oploste, voelde zij een vreselijke pijn alsof haar hart uit haar borst was gerukt. Vanaf dat ogenblik werd zij totaal ongevoelig voor God.

Hoewel zij vijf jaar in de staat van een verdoemde ziel zou blijven, verloor zij het besef van de tijd en was zij ervan overtuigd dat deze eindeloos zou zijn. Haar sublieme liefde voor God en haar allerheiligste Moeder veranderde nu in een gevoel van haat, afkeer en wanhoop.

Terwijl haar ziel alle kwellingen van de verdoemden onderging, werden haar vijf lichamelijke zintuigen in een ongelooflijke foltering ondergedompeld. Haar lichaam was als een gloeiende sintel, brandend zonder verteerd te worden te midden van onuitsprekelijke pijnen. Haar ogen aanschouwden de gruwelijkste helse taferelen, terwijl de gruwelijkste godslasteringen haar voortdurend om de oren spitsten. Haar reukzin werd geteisterd door alle vuiligheid van de mensheid, en haar tastzin werd gekweld door scherpe punten die tot in het centrum van haar lichaam doordrongen. Haar gehemelte werd gemarteld door een afschuwelijke, onbekende smaak, terwijl demonen gesmolten zwavel in haar keel drongen. Tegelijkertijd sloegen de demonen haar zo hard op het hoofd dat haar hersenen eruit spatten, wat haar aanzette tot woede, wanhoop en godslastering.

Zij leed onder dit alles terwijl zij haar dagelijks leven in het klooster leidde. Zij heeft nooit haar lippen geopend met een enkele klacht aan het adres van de gemeenschap. Integendeel, zij bleef een volmaakt voorbeeld van zachtmoedigheid, nederigheid en gehoorzaamheid. Alleen de franciscaner priester die haar leidde en de andere stichteressen wisten wat Moeder Mariana moest doorstaan, en zij baden onophoudelijk voor haar.

Het enige uiterlijke teken van de hel die zij doorstond, was dat haar wangen, die normaal rooskleurig en gezond waren en haar natuurlijke schoonheid versterkten, hun kleur verloren en vaal werden. Uiteindelijk was ze een wandelend kadaver.

Dood van La Capitana

Vijf jaar later, terwijl zij in gebed was, schreeuwde Moeder Mariana het uit en viel als dood neer. Zij was lange tijd bewusteloos en opende toen eindelijk, diep zuchtend, haar ogen, die zich vulden met tranen van opluchting. Haar hel was voorbij. Geleidelijk aan kreeg zij haar mooie kleur en gezondheid terug.

Niet lang daarna werd La Capitana opnieuw ziek en naderde haar einde. Zij beleed al haar zonden en stierf rustig, bijgestaan door de Heilige Moeder Kerk.

Moeder Mariana van Jezus zag het vonnis van de zuster, waarin haar werd getoond dat haar redding te danken was aan de vijf jaar van haar moeder in de hel. Zij droeg deze immense dankbaarheid met zich mee tot in de eeuwigheid. In het vagevuur werd zij veel geholpen door haar weldoenster, die niet ophield voor haar te bidden. Na de dood van Moeder Mariana werd deze ziel in het vagevuur geleidelijk aan vergeten.

Wonderdoener

Het leven van dit engelenwezen was een gestadige opeenvolging van goddelijke openbaringen, interventies en wonderen. Tijdens haar leven leviteerde zij, biloculeerde om een ziel te redden, vermenigvuldigde brood, genas zieken, verzoende families, voorspelde de toekomst, bewerkstelligde bekeringen. Dit zijn er te veel om hier te vertellen.

We zullen ons verhaal beperken tot de opmerkelijke vervaardiging van het beeld van Onze Lieve Vrouw van het Goede Welslagen en de gedetailleerde onthullingen over de twintigste eeuw, die we aan het eind van dit artikel hebben afgedrukt.

Het wonderbaarlijke standbeeld

Op 21 januari 1610 verscheen de Vrouwe van alle Geluk voor de tweede maal, nu vergezeld van de drie aartsengelen Michaël, Gabriël en Rafaël, om opnieuw te verzoeken dat haar standbeeld zou worden gemaakt. Toen wees de lieve Koningin de kunstenaar aan die deze heilige taak moest uitvoeren. Het zou Francisco del Castillo worden, een man van goede komaf en een volleerd beeldhouwer. Bovendien was hij godvrezend, eerlijk en oprecht en hield hij zich, samen met zijn vrouw en kinderen, nauwgezet aan de tien geboden.

"Maar Vrouwe en lieve Moeder van mijn ziel," zei Mariana, "dit kleine miertje voor u zal nooit in staat zijn uw prachtige kenmerken aan een kunstenaar over te brengen.... Het zou echt nodig zijn dat een van de aartsengelen die u vergezellen dit heilige beeld dat u verlangt, beeldhouwen." De hemelse koningin stelde haar gerust door haar te verzekeren dat Francisco del Castillo het zou beeldhouwen en dat haar engelen het zouden opknappen.

Weer vroeg de heilige non of zij de maten van de hemelse Vrouwe mocht opnemen. Opnieuw, zoals in het eerste geval, nam Maria de Allerheiligste genadig een uiteinde van het koord en plaatste het op haar voorhoofd, terwijl Moeder Mariana het andere uiteinde van het op wonderbaarlijke wijze verlengde koord op haar voet legde. Maar deze keer, zodat de Heilige Maagd het uiteinde van het koord gemakkelijk op haar voorhoofd kon plaatsen, tilden de drie aartsengelen haar prachtige gouden kroon iets boven haar hoofd op, om hem vervolgens weer voorzichtig neer te zetten met grenzeloze zorg en eerbied.

Moeder Mariana aarzelt nog steeds; Onze Lieve Vrouw dringt aan

Ongelooflijk genoeg aarzelde Moeder Mariana zelfs na deze twee verzoeken van Onze Lieve Vrouw zelf nog.

Ze vreesde dat de bisschop aan haar zou twijfelen en een stokje zou steken voor het oprichten van zo'n beeld. Ook vreesde ze dat de Indiaanse bevolking van Quito, die nog maar kort geleden catechisatie had ontvangen en nog steeds geneigd was tot afgoderij, de verkeerde eerbied zou betonen aan zo'n prachtige voorstelling van Gods Moeder.

Op 2 februari van datzelfde jaar knielde Moeder Mariana voor het Allerheiligst Sacrament om haar nachtelijk gebed af te maken, toen ze haar hart voelde overspringen van vreugde en niet geringe schrik. In een oogwenk bevond zij zich voor de Koningin van de Hemel, die baadde in gloeiend licht binnen een ovale omlijsting van fonkelende sterren. Mariana voelde een drang om te ontsnappen, maar iets weerhield haar. Ze zag hoe de soevereine koningin haar streng aankeek, zonder een woord te zeggen.

Moeder Mariana smeekte Onze Lieve Vrouw haar niet zo aan te kijken en beloofde alles uit te voeren wat zij haar opdroeg, ook al kostte het haar het leven. De Hemelse Vrouwe berispte haar toen geduldig en vroeg haar waarom ze twijfelde en bang was, hoewel ze wist dat ze een machtige Koningin was. Zij verzekerde Moeder Mariana dat er geen gevaar van afgoderij zou zijn. Integendeel, dit beeld was niet alleen bedoeld voor het welzijn van het klooster, maar ook voor dat van de mensen in het algemeen door de eeuwen heen.

Toen smeekte Moeder Mariana Onze Lieve Vrouw om haar eigen naam te verbergen, opdat zij, Maria Allerheiligste, verheerlijkt zou worden. De Vrouwe gaf haar toestemming, verheugd over haar nederigheid, en verzekerde Mariana van Jezus dat de feiten over de vervaardiging van dit beeld en over het leven van Moeder Mariana pas in de twintigste eeuw bekend zouden worden.

Het beeld is gemaakt

Het nieuws over het verzoek van de Vrouwe ontroerde de bisschop diep. Hij berispte Moeder Mariana omdat ze het niet eerder aan hem had doorgegeven.

Met toestemming en volledige steun van de bisschop werd Francisco del Castillo benaderd. De arme man kon zijn verbazing, vreugde en dankbaarheid nauwelijks bedwingen, omdat hij door de Moeder Gods zelf voor dit heilige project was aangewezen. Hij weigerde elke betaling en beschouwde zich volledig gecompenseerd door deze uitverkiezing. Hij vroeg alleen dat zijn familie en nakomelingen altijd in de gebeden van de gemeenschap zouden blijven.

Om materiaal voor het beeld te vinden, reisde hij buiten Quito en keerde pas terug als hij er zeker van was dat hij het beste hout, verf en afwerkingen had gevonden die het land te bieden had.

Moeder Mariana beschreef hem zo goed mogelijk de gelaatstrekken van de Hemelse Koningin zoals zij was verschenen en gaf hem vervolgens de exacte maten. Volgens deze metingen was de Heilige Maagd Maria 1,80 meter lang.

Wonderbaarlijke voltooiing

In januari 1611, toen het beeld bijna klaar was en alleen de laatste verf- en vernislagen nog ontbraken, deelde Francisco del Castillo aan Moeder Mariana mee dat hij, omdat deze laatste bewerking de belangrijkste was, er zeker van wilde zijn dat hij de allerbeste materialen had. Hij zei dat hij over twee weken, op 16 januari, zou terugkomen en het werk zou hervatten nadat hij de heilige communie had ontvangen.

In die dagen sprak de gemeenschap over weinig anders dan over het heilige beeld dat klaar zou zijn, gezegend en geïnstalleerd als koningin en overste van hun klooster. Op de ochtend van 16 januari, toen de zusters het hoogkoor naderden om het morgenofficie te bidden, hoorden zij een prachtige melodie. Toen zij het koor binnenkwamen zagen zij het beeld, badend in een hemels licht, terwijl engelenstemmen het "Salve Sancta Parens" zongen.

Zij zagen dat het beeld prachtig was afgewerkt en dat zijn gelaat stralen van het helderste licht uitstraalde! Toen Francisco del Castillo aankwam en het beeld zag, viel hij op zijn knieën en zei: "Moeders, wat zie ik? Dit kostbare beeld is niet het werk van mijn handen. Ik weet niet hoe ik moet beschrijven wat ik in mijn hart voel. Dit is door engelenhanden gemaakt!" In feite lag de buitenste laag van het beeld op de grond.

De bisschop, die er bij kwam en ervoor knielde, erkende eveneens het wonder, terwijl grote tranen in zijn ogen opwelden. Hij getuigde dat het beeld door andere dan mensenhanden was bewerkt en verrijkt. Daarna riep hij Moeder Mariana, die weer abdis was, en vroeg haar in de biechtstoel te komen. Hij wist dat zij iets moest weten van wat er gebeurd was.

Onzelievevrouwvanwelslagen

Onze Lieve Vrouw van Welslagen met het Kind Jezus.

Afgewerkt door Hemelse Handen

Moeder Mariana onthulde vervolgens dat een groot licht de kerk en het koor had gevuld toen zij daar in de vroege uren van 16 januari bad. Zij had de Allerheiligste Drie-eenheid in de kerk gezien en begreep de oneindige liefde van de drie Goddelijke Personen voor Maria, de Allerheiligste, die ook aanwezig was, stralend en koninginachtig.

De negen engelenkoren prezen haar vervolgens en betoonden haar eerbied. De drie aartsengelen, Michaël, Gabriël en Rafaël, knielden elk voor haar neer en zeiden om beurten: "Wees gegroet Maria, dochter van God de Vader', 'Wees gegroet Maria, moeder van God de Zoon', 'Wees gegroet Maria, kuise Echtgenote van de Heilige Geest'.

Toen verscheen Sint Franciscus met zijn heilige wonden stralend als zonnen. Hij legde zijn geliefde klooster van de Onbevlekte Ontvangenis in haar handen en vroeg haar om haar beschermer, lerares en moeder te zijn in de moeilijke tijden die zouden komen.

Intussen straalde het beeld als in het midden van de zon. Zie, de Heilige Maagd kwam naderbij en drong het binnen, zoals de zonnestralen door een doorzichtig kristal dringen. Op dat moment kwam het beeld tot leven en zong het Magnificat!

Dit gebeurde om drie uur 's nachts. Moeder Mariana zag ook haar tante, Moeder Maria Taboada, die haar feliciteerde met de genaden die haar en de communiteit ten deel vielen en die haar nog eens de strijd toonde die het klooster zou moeten leveren, vooral in de twintigste eeuw. Zij sprak ook over de heilige zielen, wier namen in de Harten van Jezus en Maria gegrift waren en die niet alleen de gemeenschap in stand zouden houden, maar ook veel onheil van de mensen in die tijden zouden afwenden.

Moeder Mariana kwam weer bij haar positieven. Toen zij naar het beeld keek, zag zij het stralen en op wonderbaarlijke wijze afgewerkt!

Thuis

Op de ochtend van 2 februari 1634, om drie uur, was Moeder Mariana net klaar met haar gebed in het bovenkoor, toen ze merkte dat de lamp van het heiligdom was gedoofd. Instinctief maakte ze zich klaar om naar de kerk af te dalen om de lamp weer aan te steken, maar een onbekende kracht verlamde haar, zodat ze geen stap meer kon verzetten. Op dat moment verscheen Onze Lieve Vrouw van Weldadigheid met in haar linkerhand het goddelijk Kind en in haar rechterhand de kromstaf. Kalm kwam ze naderbij en zei: "Mijn geliefde dochter, vandaag breng ik je de aangename aankondiging van je dood, die over elf maanden zal plaatsvinden. Je ogen zullen zich dan sluiten voor het materiële licht van deze wereld om zich te openen voor de schittering van het eeuwige licht. Bereid uw ziel voor, zodat zij, steeds meer gezuiverd, ten volle kan ingaan in het genot van uw Heer."


En zo gebeurde het. Moeder Mariana's gezondheid begon te verslechteren, maar ze bleef zo lang mogelijk haar kloosterwerk doen. Toch kwam er een tijd dat ze aan bed gekluisterd moest worden. Wetend op welke dag en welk uur zij zou sterven, bereidde zij haar bedroefde dochters voor op haar laatste reis naar de eeuwigheid. Zij zou op 16 januari 1635 om 15.00 uur naar haar Heer gaan. Zij was toen tweeënzeventig jaar oud.

Rond één uur die dag vroeg zij de Moeder Abdis om de communiteit bijeen te roepen. Toen die arriveerden las zij luidop haar prachtige testament voor, dat begon met de bevestiging dat zij was gestorven als een trouwe dochter van de heilige, roomse, katholieke en apostolische kerk. Daarna herhaalde zij met een stem die trilde van emotie, maar stevig was door de kracht van geloof en oprechtheid, de woorden van haar Meester: "Het is nodig dat ik ga, maar ik laat jullie niet als wezen achter. Ik ga naar mijn Vader en jullie Vader, naar mijn God en jullie God, en de goddelijke Trooster zal neerdalen om jullie te troosten".

Nadat zij het H. Viaticum ontvangen had, sloot zij, in vuur en vlam van liefde, rustig haar ogen en hield op met ademen. Mariana van Jezus was bij God.

2016 Transfer Incorrupt Body of Sister Mariana de Jesus Torres 3

Een roos aan haar voeten

We kunnen het niet nalaten om een zeer ontroerende en gouden episode te vermelden als slot van ons verhaal.

Enkele jaren daarvoor was een bezorgde aanstaande moeder Moeder Mariana komen vragen voor haar toestand te bidden, die als precair was gediagnosticeerd. Hartelijk en vriendelijk als altijd, gaf de heilige non haar wat anijswater - waarmee ze ontelbare genezingen had verricht - en nam haar angst weg door haar te verzekeren dat ze zou bevallen van een prachtig meisje. De getrooste moeder vroeg toen aan haar beschermvrouwe om voor haar baby te bidden.

Mariana van Jezus antwoordde: "Je hoeft niet om mijn gebeden te vragen, want dit meisje is meer van mij dan van jou. Zij is een door God uitverkoren ziel en zal dit klooster parfumeren met het aroma van haar deugden. Breng haar vaak hier, want ik wil haar zien. Zij zal mijn lichaam kleden voor de begrafenis." Zoals voorspeld, werd een mooi en gezond meisje geboren, dat de naam Zoila Blanca Rose kreeg. Toen zij tien jaar oud was, smeekte zij om in het klooster te mogen worden opgenomen, waar zij reeds een voorbeeld van deugden en een zonnestraal was door haar altijd vrolijke en onschuldige inborst. In het klooster werd zij Zoila Blanca Rose van Mariana van Jezus.

Toen haar geliefde Moeder Mariana voor de laatste keer ziek werd, verzorgde Zoila haar met toewijding. Toch verdween de zonneschijn van haar mooie gezicht, want zij kon de gedachte niet verdragen zonder haar heilige Moeder te moeten leven. Op een dag kwam zij stralend weer uit de ziekenkamer. Toen men haar vroeg naar de reden van haar onbetamelijke blijdschap met het oog op de naderende dood van haar Moeder, legde zij uit dat Moeder Mariana beloofd had haar mee te nemen.

Toen het lichaam van Moeder Mariana in het lage koor werd opgebaard, omringd door een overvloed van bloemen, knielde Roos van Mariana aan de voeten van haar Moeder en leunde er met haar hoofd op. Na enige tijd kwam de priorin naar haar toe om haar te vragen wat te rusten. Zij antwoordde niet. Toen ze haar bewogen, zagen de zusters dat ze koud was en dat haar mond vol bloed zat. Zij riepen onmiddellijk de dokter. Na een grondig onderzoek zei de dokter: "Ze was op slag dood toen de hoofdslagader van haar hart was doorgesneden".

Alle bloemen die de Regel voorschreef voor de versiering van het lichaam van hun zusters, waren gebruikt voor Moeder Mariana. Ze improviseerden een baar en droegen het lichaam van hun jongste lid naar het lage koor, zonder bloemen, te midden van snikken en gezangen. Toen zij de binnenplaats passeerden, zagen zij dat deze overladen was met de prachtigste witte rozen, geurig en dubbel zo groot als normaal. Zoila's lichaam was bedekt met deze rozen, beladen met parfum en de essentie van wonderen, en geplaatst naast dat van haar heilige Moeder Mariana.

Gezegend zij God in zijn heiligen!

Volgens de Mystieke Stad Gods, geschreven door Maria van Agreda, een andere Conceptioniste en mystica, werd de Heilige Maagd ten hemel opgenomen op de dag van Onze Lieve Heer's Hemelvaart en kreeg zij ook de keuze om te blijven of terug te keren naar de aarde om de jonge Kerk te helpen.

Godslamp

De godslamp. Bron afbeelding: Wikimedia Commons / Lawrence OP

De profetieën van Onze Lieve Vrouw over de twintigste eeuw

De "onfeilbaarheid van de paus zal tot dogma van het geloof worden verklaard door dezelfde paus die gekozen is om het dogma van het mysterie van mijn Onbevlekte Ontvangenis te verkondigen. Hij zal worden vervolgd en gevangengezet in het Vaticaan door de usurpatie van de Pauselijke Staten en door de boosaardigheid, afgunst en hebzucht van een aardse monarch."

"Ongebreidelde hartstochten zullen plaats maken voor een totale corruptie van gewoonten, omdat Satan zal heersen door middel van de vrijmetselaarssecten, die het in het bijzonder op de kinderen gemunt hebben om algemene corruptie te verzekeren.

"Ongelukkig, de kinderen van die tijden! Zelden zullen zij de sacramenten van doopsel en vormsel ontvangen. Wat het sacrament van de boete betreft, zij zullen alleen biechten als zij naar katholieke scholen gaan, die de duivel met behulp van gezagsdragers zal vernietigen.

"Hetzelfde zal gebeuren met het Heilig Avondmaal. O, wat doet het mij pijn u te vertellen dat er vele en enorme openbare en verborgen heiligschenningen zullen plaatsvinden!

"In die tijden zal het sacrament van het Heilig Oliesel grotendeels worden genegeerd.... Velen zullen sterven zonder het ontvangen te hebben en daardoor beroofd worden van ontelbare genaden, troost en kracht in de grote sprong van tijd naar eeuwigheid.

"Het sacrament van het huwelijk, dat de vereniging van Christus met de Kerk symboliseert, zal grondig worden aangevallen en ontheiligd. De vrijmetselarij, die dan aan de macht is, zal onrechtvaardige wetten invoeren die erop gericht zijn dit sacrament uit te bannen. Zij zullen het voor allen gemakkelijk maken om in zonde te leven, waardoor de geboorte van onwettige kinderen zonder de zegen van de Kerk zal toenemen...

"Seculier onderwijs zal bijdragen aan een schaarste van priesterlijke en religieuze roepingen."

"Het heilige sacrament van het Heilig Officie zal belachelijk worden gemaakt, onderdrukt en veracht, want daarin worden zowel de Kerk als God zelf onderdrukt en beschimpt, omdat Hij wordt vertegenwoordigd door zijn priesters.

"De duivel zal zich inspannen om de dienaren van de Heer op alle mogelijke manieren te vervolgen, door met boosaardige sluwheid de geest van hun roeping te vernietigen en velen te corrumperen. Zij die op deze wijze de christelijke kudde verontrusten, zullen over alle priesters de haat van slechte christenen en de vijanden van de ene, heilige, rooms-katholieke en apostolische kerk brengen. Deze schijnbare triomf van Satan zal enorm lijden veroorzaken bij de goede herders van de Kerk... en bij de opperherder en plaatsvervanger van Christus op aarde die, gevangen in het Vaticaan, in het geheim bittere tranen zal vergieten in de aanwezigheid van God Onze Heer, vragend om licht, heiligheid en volmaaktheid voor alle geestelijken van de wereld, aan wie hij Koning en Vader is."

"Ongelukkige tijden zullen aanbreken waarin zij die onbevreesd de rechten van de Kerk zouden moeten verdedigen, in plaats daarvan, verblind ondanks het licht, de hand geven aan de vijanden van de Kerk en hun bevelen opvolgen. Maar wanneer het [kwaad] triomfantelijk lijkt en wanneer het gezag zijn macht misbruikt, allerlei onrecht pleegt en de zwakken onderdrukt, zal hun ondergang nabij zijn. Zij zullen vallen en op de grond storten.

"Dan zal de Kerk, blij en triomferend als een jong meisje, ontwaken en behaaglijk gewiegd worden in de armen van mijn allerliefste en uitverkoren zoon van die tijden. Als hij gehoor geeft aan de ingevingen van genade - waarvan het lezen van deze grote barmhartigheden van mijn Zoon en Mij jegens u er één zal zijn - zullen wij hem vervullen met genaden en heel bijzondere gaven en hem groot maken op aarde en nog veel groter in de Hemel. Daar hebben wij een kostbare plaats voor hem gereserveerd, omdat hij, zonder acht te slaan op de mensen, zal hebben gestreden voor de waarheid en onophoudelijk de rechten van de Kerk zal hebben verdedigd, en het verdient om 'martelaar' genoemd te worden."

"Aan het einde van de negentiende eeuw en gedurende een groot deel van de twintigste, zullen vele ketterijen worden verspreid in deze landen.

"Het kleine aantal zielen dat in het geheim de schat van het geloof en de deugden bewaart, zal een wreed, onuitsprekelijk en lang martelaarschap ondergaan. Velen zullen door het geweld van het lijden afdalen naar hun graf en zullen gerekend worden tot de martelaren die zich opofferden voor het land en de Kerk.

"Om bevrijd te worden uit de slavernij van deze ketterijen, zullen zij die de barmhartige liefde van mijn Zoon voor dit herstel bestemd heeft, grote wilskracht, volharding, moed en vertrouwen in God nodig hebben. Om het geloof en vertrouwen van deze rechtvaardigen te beproeven, zullen er tijden zijn waarin alles verloren en verlamd lijkt. Het zal dan het gelukkige begin zijn van de volledige restauratie....

"In die tijden zal de atmosfeer verzadigd zijn met de geest van onreinheid die, als een smerige zee, de straten en openbare plaatsen zal overspoelen met een ongelooflijke vrijheid...Onschuld zal nauwelijks te vinden zijn bij kinderen, of bescheidenheid bij vrouwen.

"Hij die op gepaste wijze zou moeten spreken, zal zwijgen.

"Er zullen nauwelijks nog maagdelijke zielen in de wereld zijn. De delicate bloem van maagdelijkheid zal toevlucht zoeken in de kloosters. Zonder maagdelijkheid zal vuur uit de hemel nodig zijn om deze landen te zuiveren.

"Sekten, die alle sociale klassen hebben doordrongen, zullen manieren vinden om zich in het hart van huizen te nestelen om de onschuld van kinderen te corrumperen. De harten van de kinderen zullen smakelijke hapjes zijn om de duivel te verwennen.

"Religieuze gemeenschappen zullen overblijven om de Kerk te ondersteunen en met moed te werken aan het heil van de zielen ..... De seculiere geestelijkheid zal ver achterblijven bij wat van hen verwacht wordt, omdat zij haar heilige plicht niet nakomt. Door het goddelijk kompas te verliezen, zullen zij afdwalen van de weg van het priesterambt die God voor hen heeft uitgestippeld, en zullen zij verknocht raken aan het geld, het te ernstig zoeken.

"Bid onophoudelijk, smeek onvermoeibaar en huil bittere tranen in de beslotenheid van uw hart, en smeek het Eucharistisch Hart van mijn allerheiligste Zoon medelijden te hebben met zijn dienaren en zo spoedig mogelijk een einde te maken aan deze ongelukkige tijden door aan zijn Kerk de prelaat te zenden die de geest van haar priesters zal herstellen".

Laatst bijgewerkt: 22 maart 2022 07:37

Doneer