De biecht, het sacrament van de goddelijke barmhartigheid

De biecht, het sacrament van de goddelijke barmhartigheid

THEMA'S:

Om de grote geestelijke schat die het sacrament van de biecht bevat beter te begrijpen, laten we tweeduizend jaar terugreizen naar Palestina, naar een gebeurtenis in het openbare leven van Onze Heer Jezus Christus. De majesteit van Zijn Persoon, de wijsheid die uit Zijn mond vloeide en de kracht die door Zijn wonderen werd geopenbaard, trokken een schare aan die Hem overal volgde.

Alleen God kan zonden vergeven

Op een dag, nadat Hij het kind van de centurio had genezen als beloning voor zijn geloof, de storm tot zwijgen had gebracht voor de angstige apostelen, en de demonen had uitgedreven in Gerasa, ging Hij aan boord van Petrus' boot naar Capharnaum. Toen zij hoorden, dat Hij in een huis in hun stad was, kwam het volk in zulk een menigte bijeen, dat de deur van het huis versperd werd. Maar voor het geloof zijn er geen hindernissen, en daarom klommen enkele liefdadige mensen met een verlamde, die door de deur niet binnen konden komen, op het dak en lieten de zieke man in de kamer zakken en legden hem aan de voeten van Onze Lieve Heer om genezen te worden. Tot ieders verbazing zei Jezus, in plaats van het verwachte wonder te verrichten:

"Houd moed, zoon, uw zonden zijn u vergeven."

Dit was opzienbarend. Geen enkele profeet had het ooit eerder aangedurfd om zonden te vergeven. Zelfs Johannes de Doper, de grootste van allen, had dat niet aangedurfd en predikte alleen het boetedoopsel voor de vergeving van zonden. Niettemin verklaarde deze nieuwe profeet nu: "Uw zonden zijn u vergeven."

Christus is God

De Farizeeën, altijd op zoek naar iets om zich over op te winden, ondanks de verbazingwekkende wonderen van de Meester, dachten bij zichzelf: "Hoe kan deze man zo spreken? Hij lastert. Wie anders dan God alleen kan de zonden vergeven?" Waarlijk, alleen God kan zonden vergeven. Dat komt omdat een zonde een belediging is van de goddelijke Majesteit en alleen het slachtoffer van de overtreding kan de overtreder vergeven. Niemand kan een vergrijp vergeven dat een ander is aangedaan, vooral wanneer deze Ander van superieure aard is, God zelf. Toch toonden de wijsheid en de wonderen aan dat deze Profeet krachten bezat die geen andere profeet vóór hem had gehad. De zijne was een onpeilbare volmaaktheid. Maar de Farizeeën hadden hun hart verhard, en hun begrip was vertroebeld door hartstocht. In zichzelf uitten zij dezelfde beschuldiging die zij zouden vernieuwen bij Zijn lijden en kruisdood: "Hij heeft gelasterd. "

Jesus

Onze Lieve Heer geneest en vergeeft

Er hing een drama in de lucht. Iedereen voelde het. Hoe zou Jezus reageren op die stomme beschuldiging en die slecht verhulde verrassing? Het antwoord kwam als een uitdaging. "Waarom denkt gij zulke dingen in uw hart? Wat is gemakkelijker, tegen de verlamde te zeggen: 'Uw zonden zijn vergeven', of te zeggen: 'Sta op, pak uw mat op en loop'?" Zoals zo vaak waren de Farizeeën sprakeloos en stonden met de mond vol tanden tegenover deze vraag van de Rabbi. In antwoord op hun zwijgen, zei Jezus:

"Maar opdat gij weet, dat de Zoon des mensen op aarde macht heeft om zonden te vergeven," zei Hij tot de verlamde: "Ik zeg u: sta op, pak uw mat op en ga naar huis."

"En onmiddellijk", schrijft Marcus, "stond de verlamde op, nam zijn mat op en ging heen, voor het oog van allen. Zij waren allen stomverbaasd en verheerlijkten God en zeiden: "Zoiets hebben wij nog nooit gezien." Het wonder dat Onze Lieve Heer bij deze gelegenheid verrichtte had een onderwijzende en bewijzende betekenis.

Goddelijke autoriteit

Zoals de heilige Johannes Chrysostomos uitlegt, bewees Jezus zijn goddelijkheid door een drievoudig wonder: "Ten eerste door openlijk hun heimelijke gedachten en murmureringen tegen Hem te verklaren; ten tweede door de verlamde te genezen; ten derde door het wonder te verrichten met dit doel voor ogen, opdat Hij daardoor zou tonen dat Hij de macht had om zonden te vergeven. "

Hier hebben wij de verklaring voor het sacrament van de biecht. Zoals Jezus bewees dat Hij God was door middel van een verbazingwekkend wonder, zo bewees Hij ook dat Hij zonden kon vergeven. En als God heeft Hij niet alleen de macht om zonden te vergeven, maar heeft Hij ook de macht om dit vermogen aan anderen te verlenen. Daar Jezus bovendien de enige priester is van de nieuwe wet, de middelaar tussen God en de mensen, zou een eenvoudige "overdracht" van de bevoegdheid om zonden te vergeven nog niet voldoende zijn. Het was noodzakelijk dat Christus zijn eeuwig priesterschap zou verenigen met dat van hen die zijn werk op aarde zouden voortzetten na zijn hemelvaart. Daarom stelde Hij het priesterambt in als het zichtbare instrument van zijn handelen in de wereld.

Bestel Wonderdadige Medaille

Onze Heer gaf de apostelen de macht om zonden te vergeven

De macht om zonden te vergeven werd aan de apostelen verleend op de avond van de dag dat Onze Lieve Heer uit de dood opstond en op mysterieuze wijze verscheen temidden van de apostelen die in het cenakel achter gesloten deuren bijeen waren.

De heilige Johannes verhaalt:

“Toen het diezelfde dag laat was, de eerste dag van de week, en de deuren gesloten waren, waar de apostelen bijeen waren, uit vrees voor de Joden, kwam Jezus en stond in het midden en zei tot hen: "Vrede zij u."

Toen Hij dit gezegd had, toonde Hij hun Zijn handen en Zijn zijde.

De discipelen waren dus verblijd, toen zij de Heer zagen. Hij zei dan opnieuw tot hen: "Vrede zij u. Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zend Ik ook u."

Toen Hij dit gezegd had, blies Hij op hen en zei tot hen:

"Ontvangt de Heilige Geest. Wiens zonden gij zult vergeven, die zal vergeven worden, en wier zonden gij zult behouden, diens zonden zullen behouden worden. "

De vorm van de biecht, oordeel en vergeving

Uit het bovenstaande blijkt duidelijk dat Onze Lieve Heer niet alleen het sacrament van boete en verzoening (de biecht) heeft ingesteld, maar ook de wijze waarop het moet worden beoefend. Door te verklaren dat de zonden die de priester vergeeft vergeven zijn en de zonden die hij niet vergeeft niet vergeven worden, wil Hij zeggen dat de priester, alvorens te vergeven, kennis moet nemen van zowel de zonden als de gezindheid van de zondaar. Alleen dan zal hij in staat zijn te oordelen of de voorwaarden voor vergeving er zijn of niet.

Daarom is het in de rechtspraak van de Biecht, net als bij elke andere rechtsspraak, noodzakelijk dat er een beschuldigde, een aanklager en een rechter zijn. In de biecht wordt de rol van beschuldigde en van aanklager uitgeoefend door de boeteling zelf, die zich tegenover de priester beschuldigt van de zonden die hij heeft begaan; vandaar de noodzaak van de mondelinge biecht. De priester is de rechter namens God.

Confessional

De noodzaak van het biechtgeheim

Nadat Onze Heer het sacrament van de boete had ingesteld en de noodzaak voor de boeteling om zijn zonden aan de priester te vertellen, stelde Hij ook het biechtgeheim in als een noodzakelijk gevolg. Want als het geheim niet verplicht was, zou de biecht verfoeilijk, zo niet onmogelijk zijn. Dit zou het sacrament onwerkbaar maken, hetgeen absurd is. Daarom is het biechtgeheim een door God ingesteld recht en kan het door geen enkele aardse autoriteit worden opgeheven. Elke poging daartoe is in directe tegenspraak met de wil van God.

Behalve dat het een goddelijk recht is, is deze verplichting tot geheimhouding ook vastgesteld door de kerkelijke wet, die altijd de zwaarste straf oplegde voor de schending ervan. De huidige kerkelijke wetgeving handhaaft hetzelfde en verklaart dat iedere biechtvader die het biechtgeheim schendt automatisch geëxcommuniceerd wordt en alleen door de Heilige Stoel kan worden vrijgesproken.

Is het niet te vernederend om bij een andere mens te biechten?

Is het niet te vernederend om zich te moeten onderwerpen aan een andere mens, zelf een zondige man, soms misschien zelfs een grotere zondaar dan degene die zijn zonden belijdt?

Als wij werkelijk de draagwijdte van Gods oneindige grootheid en majesteit en Zijn immense volmaaktheid zouden beseffen, zouden wij ons veel meer schamen om Hem onze zonden te vertellen (alsof Hij ze niet al wist) dan aan een mens. Hoe volmaakter het schepsel is tot wie wij ons richten, hoe ellendiger wij overkomen en hoe duidelijker de tegenstelling is tussen volmaaktheid en zonde.

Daarom zeggen de theologen dat wanneer een mens sterft in de verschrikkelijke staat van doodzonde en bij zijn privé-oordeel verschijnt voor de onuitsprekelijke volmaaktheid van God, hij van God wegvlucht en zich in de hel werpt om zijn schaamte te verbergen.

Lees ook: Quatertemperdagen, wat zijn dat?

Goddelijke barmhartigheid

Als wij dit goed bekijken, is juist deze vernedering om onze zonden aan een ander mens te moeten belijden, extra barmhartigheid van God. Hoeveel vernederender zou het zijn om voor de Goddelijke Meester zelf te knielen en Hem al onze zonden te vertellen! Wat is de vernedering voor een mens vergeleken met de vernedering van het vertellen van onze zonden voor de oneindige volmaaktheid van God?

Hoe dan ook, dit is de vorm waarin Onze Lieve Heer het sacrament van de biecht heeft ingesteld, zodat wij ons daaraan moeten onderwerpen in een geest van gehoorzaamheid en liefde. In Zijn oneindige wijsheid doet Hij alles tot in volmaaktheid. Wanneer mensen proberen te veranderen wat Hij heeft ingesteld, kan het resultaat alleen maar betreurenswaardig zijn.

Christus is het die oordeelt en vergeeft

De hoogmoedige houding van te zeggen: "Ik belijd rechtstreeks aan God," is bijna hetzelfde als te zeggen: "Ik ben zo volmaakt dat ik rechtstreeks tot God zelf ga. Ik heb geen behoefte aan die krukken, die hulpmiddelen, die de Sacramenten, de raad of de hulp van andere mensen zijn".

De priester is "uit het midden der mensen genomen en tot hun vertegenwoordiger voor God gemaakt om gaven en offers voor de zonden te brengen. "

Een engel kan geen bemiddelaar zijn. Als men dus de bemiddeling van een ander mens weigert, weigert men het priesterschap, want de priester moet als bemiddelaar van dezelfde aard zijn als degenen voor wie hij bemiddelt. Daarom is Onze Heer, de Opperpriester, vlees geworden en heeft onze natuur op Zich genomen, zoals de heilige Paulus zegt:

"Want wij hebben een hogepriester die in staat is met onze zwakheden mee te voelen, een hogepriester die in alle opzichten op gelijke wijze beproefd is, maar zonder te zondigen. "

Bestel Fatima boek

Het probleem van een onvolmaakte priester

Voor een priester geldt, meer nog dan voor de gewone gelovigen, de algemene oproep tot heiligheid van Onze Heer toen Hij zei:

"Weest dus volmaakt, gelijk uw hemelse Vader volmaakt is. "

Maar ook een priester is aan bekoring onderhevig en kan niet alleen zondigen, maar in bepaalde gevallen ook een herhaaldelijke zondaar zijn. Maar zelfs wanneer hij zondigt, verliest hij niet de macht die hem door het sacrament van de Heilige Orde wordt verleend.

Dit was de tegenwerping die in het begin van de Kerk door de Donatistische ketters werd opgeworpen als gevolg van een misverstand over de leer van de sacramenten.

Maar de heilige Augustinus maakte deze zelfde ketters heel duidelijk dat:

"...de kracht van de sacramenten niet voortkomt uit de heiligheid van haar bedienaren, maar uit de oneindige heiligheid en volmaaktheid van Onze Heer Jezus Christus."

Maar ik heb geen zonden te belijden...

Veel mensen voelen geen behoefte om te gaan biechten, omdat ze denken dat ze geen zonden te belijden hebben. Zij zouden moeten overwegen wat de Schrift zegt:

"Want de rechtvaardige mens valt zevenmaal. "

"Toch is er geen mens op aarde zo rechtvaardig dat hij steeds goed doet en nooit zondigt. "

"Indien wij zeggen: 'Wij hebben niet gezondigd', maken wij God tot een leugenaar, en Zijn woord is niet in ons. "

Laten we in deze tijden van extreem moreel verval gebruik maken van het instrument van goddelijke barmhartigheid dat de biecht is. Laten wij zorgvuldig ons geweten onderzoeken en met het vaste voornemen ons van de zonde af te keren, onze tekortkomingen aan de priester belijden.

Voor deze kleine inspanning, deze kleine vernedering, is de beloning immens. Onze ziel wordt schoongewassen, onze zonden worden vergeven, en wij keren terug in Gods vriendschap. Zoals de psalmist zegt: "Reinig mij met hysop, opdat ik rein wordt; was mij, dat ik witter word dan sneeuw. "

Cathedral

Dit artikel verscheen eerder in het Engels op americaneedsfatima.org

Laatst bijgewerkt: 28 juli 2022 11:14

Doneer